Europese
asieltop in Tampere, oktober 1999
De
Europese veiligheid, oktober 1999
Europees asiel- en immigratiebeleid
Europese aanscherping artikel 140
Het verdrag van Amsterdam
Rammelen aan de poort
Over de grens - Het Nederlans vreemdelingenbeleid, ingebed in het Europese
Drie jaar Sans-papierbeweging, oktober 1999
Belgen in verzet, oktober 1998
Duitsland, oktober 1998
Oekraïne, oktober 1998
Hongarije
Roemenie
Polen, een nieuwe muur
Sans-papier, uit de schaduw komen
Zweden
Frankrijk
Belgie
Duitsland
|
|
Het lijkt steeds meer op het westen
Migratiepolitiek lijkt een belangrijke factor te zijn in het buitenlandse
beleid van de Europese Unie ten aanzien van de uitbreiding. Na een aantal
jaren intensief geïnvesteerd te hebben in de directe buurlanden Polen,
Hongarije en Tsjechië (de zogenaamde Visegrád-staten, genoemd
naar het kasteel Visegrád waar tijdens een bijeenkomst in februari
1991 de samenwerking tussen deze staten en de EU werd besloten), is het
zwaartepunt verschoven naar de landen van de tweede cirkel rond de EU.
Beide cirkels worden in het taalgebruik van de Europese Unie aangemerkt
als bufferzones. Een groot deel van de (economische) steun aan de landen
van de beide cirkels bestaat uit de opbouw en het opvoeren van de bewaking
van grenzen met de EU (westelijke grenzen), reorganisatie van de politie
en het ontwikkelen van een eigen asielprocedure. Oekraïne maakt deel
uit van deze tweede ring.
Oekraïne telt ongeveer 51 miljoen inwoners en door haar geografi
sche ligging heeft het land vele migratiebewegingen in de geschiedenis
meegemaakt. Naast de Oekraïners, die 73 procent van de bevolking
uitmaken, kent het landen een rijke schakering van etnische groepen waaronder
Russen, Polen, Wit-russen, Roemenen, Moldaviërs, Tsjechen, Slowaken,
Bulgaren en Joden. Ten tijde van de Sovjet-Unie was de Oekraïne een
rijk deel van die Unie. Een kwart van de totale landbouw productie kwam
voor rekening van de Oekraïne. Na de val van de muur in 1989 ging
het enkele jaren voor de wind, maar in 1991 keerde het tij. De slechte
economische situatie vertaald zich in een grote werkloosheid (20 tot 40
procent in 1995), waarvan tweederde bestaat uit vrouwen, een laag gemiddelde
maandinkomen (25 dollar in de stedelijke gebieden en 15 dollar op het
platteland in 1994), en een emigratie overschot (143.187 in 1994).
Sinds 1991 verlaten niet alleen hooggekwalificeerde wetenschapper de Oekraïne,
ook anderen zoeken hun heil in de republiek Tsjechië, Polen, Hongarije,
Griekenland en Rusland. Veelal zijn ze illegaal tewerkgesteld onder erbarmelijke
omstandigheden, maar omdat ze meer kunnen verdienen dan in de Oekraïne
nemen ze datop de koop toe. Een toenemende groep vrouwen onder de dertig,
ongeveer 400 duizend in de afgelopen tien jaar, hebben de Oekraïne
verlaten en werken in de Europese Unie. De meeste vrouwen worden gelokt
met mooie aanbiedingen om in het Westen te gaan werken, maar belanden
vaak in de gedwongen prostitutie. Vrouwen die besluiten te getuigen tegen
vrouwenhandelaars worden vaak vastgehouden tot het proces terwijl de handelaren
op borgtocht worden vrijgelaten.
Vluchtelingenpolitiek
Bij de onafhankelijkheid van Oekraïne werd alle vluchtelingen die zich
op Oekraïens grondgebied bevonden de mogelijkheid geboden om het Oekraïens
staatsburgerschap te verwerven. Nadien lijkt de toekenning van het staatsburgerschap
vooral bepaald door etnische motieven, als uiting van nationalistische solidariteit,
maar ook op historische gronden zoals de toekenning aan van terugkerende
Krim Tataren.
Zowel de opbouw van vluchtelingenwetgeving als de praktische uitvoering
van deze wetgeving gaan zeer traag. Het Oekraïens vluchtelingenrecht
kent vooral repressieve maatregelen zoals een strikte tijdslimiet voor
het doen van een asiel Oekraïne telt ongeveer 51 miljoen inwoners
en door haar geografische ligging heeft het land vele migratiebewegingen
in de geschiedenis meegemaakt. Naast de Oekraïners, die 73 procent
van de bevolking uitmaken, kent het landen een rijke schakering van etnische
groepen waaronder Russen, Polen, Wit-russen, Roemenen, Moldaviërs,
Tsjechen, Slowaken, Bulgaren en Joden. Ten tijde van de Sovjet-Unie was
de Oekraïne een rijk deel van die Unie. Een kwart van de totale landbouw
productie kwam voor rekening van de Oekraïne. Na de val van de muur
in 1989 ging het enkele jaren voor de wind, maar in 1991 keerde het tij.
De slechte economische situatie vertaald zich in een grote werkloosheid
(20 tot 40 procent in 1995), waarvan tweederde bestaat uit vrouwen, een
laag gemiddelde maandinkomen (25 dollar in de stedelijke gebieden en 15
dollar op het platteland in 1994), en een emigratie overschot (143.187
in 1994).
Sinds 1991 verlaten niet alleen hooggekwalificeerde wetenschapper de Oekraïne,
ook anderen zoeken hun heil in de republiek Tsjechië, Polen, Hongarije,
Griekenland en Rusland. Veelal zijn ze illegaal tewerkgesteld onder erbarmelijke
omstandigheden, maar omdat ze meer kunnen verdienen dan in de Oekraïne
nemen ze dat verzoek en het principe van het veilige derde landen. Maatregelen,
voorwaarden met betrekking tot de toekenning van een permanente of tijdelijke
vluchtelingenstatus zijn veel minder sterk verankerd in de wetgeving.
Tevens heeft Oekraïne het Verdrag van Genève in zake de status
van vluchtelingen uit 1951 nog niet ondertekend.
Het aantal asielaanvragen in 1994 en 1995 door vluchtelingen uit de landen
van de voormalig Sovjet-Unie bedraagt iets meer dan zesduizend en door
vluchtelingen van daarbuiten iets meer dan achtduizend, volgens cijfers
van de United Nations High Commissioner on Refugees (UNHCR) en het Oekraïens
ministerie van nationaliteiten en Migratie. Eind 1996 waren er meer dan
tienduizend asielaanvragen van vluchtelingen van buiten de voormalig Sovjet-Unie,
waarvan het merendeel afkomstig was uit Afghanistan.
Sinds februari 1996 is de Oekraïense regering begonnen met het behandelen
van de asielaanvragen en het toekennen van vluchtelingen statussen. In
1996 werden 1.161 vluchtelingen (kinderen niet meegeteld) in de Oekraïne
erkend en 5.071 vluchtelingen uit Tsjetsjenië en Abchazië kregen
een tijdelijke status. Het lijkt erop dat van de mensen die een asielverzoek
doen er velen alsnog doorreizen naar de Europese Unie. Zicht op de vluchtelingen
is er echter niet want het geplande vluchtelingenkamp in Obodivka was
eind 1996 nog steeds niet geopend. Voor 1997 lag de prioriteit van de
regering niet bij de opvang van vluchtelingen, maar wederom het economisch
herstel.
Westgrens
De totale lengte van de Oekraïense landsgrenzen bedraagt 4.558 kilometer,
waarvan de westgrens 1.922 kilometer vormt. De grenzen van de Oekraïne
met Hongarije, Slowakije en Polen kent een uitgebreide bewaking. In de praktijk
van de grensbewaking betekent dit dat in 1993 op een totaal aantal grensoverschrijdingen
van 17 miljoen er 5,6 miljoen aan de westgrens plaatsvonden (2,24 miljoen
naar Slowakije en 2 miljoen naar Polen) waarbij 17.614 personen gearresteerd
zijn op grond van illegale grensoverschrijding. De cijfers over 1995 en
1996 van de Staatscommissie van Oekraïne voor de verdediging van de
staatsgrenzen laten ongeveer eenzelfde beeld zien.
Het vreemde doet zich voor dat deze migranten die illegaal in de Oekraïne
verblijven het land in westelijke richting niet kunnen verlaten. Na arrestatie
zitten de meesten tien dagen vast waarna ze worden vrijgelaten, naar Kiev
(hoofdstad van Oekraïne) gebracht of in de trein naar Moskou gezet,
waar ze eenvoudigweg uit kunnen uitstappen. In Kiev kan de persoon dan opnieuw
gearresteerd worden voor illegaal verblijf. De verscherping aan de westgrens
van de Oekraïne draagt ertoe bij dat vluchtelingen soms weken, maanden
of jaren erover doen om de grens van de tweede bufferzone naar de eerste
bufferzone over te steken.
Daarnaast neemt de prijs van de vluchtelingenhulp toe. Christoph Bierwirth
van de UNHCR in Kiev: "De prijs voor verder hulp is de laatste jaren sterk
gestegen, onder 1.000 dollar kun je tegenwoordig hooguit tot Polen komen."
Bij een mislukte poging betekent het dat de vluchteling al zijn geld kwijt
is en moet hij opnieuw lang werken in Kiev voor zeer weinig geld om een
nieuwe poging te wagen.
Aan de westgrens heeft Oekraïne terugname overeenkomsten gesloten met
Hongarije en Polen. Met de andere omringende landen, Slowakije, Rusland
en Wit-Rusland zijn vergevorderde besprekingen. In het kader van de terugname
overeenkomst met de Oekraïne werden in 1996 5 duizend mensen vanuit
Polen naar de Oekraïne gedeporteerd. Nadat Hongarije op 1 mei 1994
haar immigratiewetten aanscherpte werden in één jaar tijd
van de 15 duizend vreemdelingen die gecontroleerd werden er maar honderd
gedeporteerd, waarvan de meerderheid bestond uit Oekraïners.
Oostgrens
De oostgrens van Oekraïne is aanmerkelijk langer dan de westgrens.
Oekraïne deelt deze grens met Wit-Rusland (891 kilometer) en Rusland
(1.576 kilometer). Sinds september 1998 lijkt de aandacht van de Oekraïne
zich niet zozeer te richten op de verdere uitbouw van de grensbewaking aan
de westgrens, maar het uitbouwen aan de oostgrens. "Oekraïne moet de
controle opvoeren en de drugshandel, de georganiseerde criminaliteit en
de illegale migratie aan de oostgrens stoppen", zei Volodymyr Horbullin,
hoofd van de veiligheid en defensie raad in gesprekken met de Poolse minister
van Buitenlandse Zaken.
Oekraïne is echter niet zelf op die gedachte gekomen. Het wordt namelijk
onder druk gezet door de Poolse minister van Buitenlandse Zaken om de controle
aan de oostgrens van de Oekraïne op te voeren. Als dit niet gebeurt,
is Polen genoodzaakt -onder druk van de Europese Unie- over te gaan tot
het instellen van een visumplicht voor Oekraïners.
Omdat de economie van de Oekraïne zich steeds meer richt op het Westen
zullen migratiebeperkingen met Polen zeker negatieve gevolgen hebben voor
de Oekraïense economie. Lange tijd bestond het grootste deel van de
handel van de Oekraïne uit handel met Rusland. Na 1991 veranderde dit
langzaam. In 1997 ging in de handel tussen Polen en Oekraïne 7 miljard
dollar om. Daarnaast werken er ook nog eens enkele honderdduizenden Oekraïners
in Polen.
Gelukkig deelt de Poolse regering de mening van de premier van de Oekraïne
en benadrukt hij ook het belang van het verstevigen van de banden tussen
de beide landen. Het uitblijven van een erkenning van Oekraïne door
Rusland lijkt in dat opzicht de band met Polen alleen maar te verstevigen.
Er zijn zelfs al gesprekken met Polen over strategisch partnerschap.
Voor Polen zijn er echter enkele obstakels. Polen staat in de rij voor het
EU-lidmaatschap. Naast het aanpassen van zijn eigen immigratiewetten aan
de EU normen, wordt Polen gedwongen er ook voor te zorgen dat de landen
in het oosten hun immigratiewetten aanpassen in lijn met die van de EU.
Daarnaast vindt er in Polen sinds 1995 een discussie plaats over het tegengaan
van illegale arbeid en invoering van allerlei beperkende maatregelen. De
regering heeft enkele voorstellen gedaan. Zo wil zij bijvoorbeeld buitenlanders
dwingen om bij aankomst in Polen aan te tonen dat zij voldoende middelen
van bestaan hebben. Verder stelt ze voor om mensen die illegaal werken op
te sluiten en hen vervolgens twee jaar lang verbieden zich op Pools grondgebied
te begeven. De inwoners van de Oekraïne hebben nog steeds geen visumplicht
voor
Polen. Oekraïne is daarbij gebaat met het oog op de werkgelegenheid,
Polen met het oog op de goedkopere arbeidskrachten.
Als Oekraïne haar goede wil toont, zal Polen de belangen van het land
binnen de NAVO en de EU willen verdedigen. De eerste stap naar het uitbouwen
van de bewaking aan de oostgrens is reeds gezet. Het land heeft samen met
Wit-Rusland een gemeenschappelijke commissie ingesteld om de `problemen'
aan hun gemeenschappelijke grens te onderzoeken.
Mensenrechten
De Europese Unie hanteert sinds enkele jaren het principe van de veilige
derde landen (1992). Polen behoort tot die veilige derde landen, maar Oekraïne
niet. Polen heeft echter wel een terugname overeenkomst met Oekraïne.
De EU kan dus uiteindelijk toch vluchtelingen naar Oekraïne via Polen
terugsturen zonder daarbij de handen zelf vuil te maken.
Met het oog op de migratiepolitiek is deze handelwijze van de EU niet bevreemdend,
per slot van rekening overheerst in de EU het denken dat de eerste en tweede
bufferzone moeten voorkomen dat migranten naar West-Europa komen. Wel bevreemdend
is dat de EU die zijn mond vol heeft over mensenrechten in de wereld bij
het opbouwen van de migratiepolitiek in Midden- en Oost-Europa zich in het
geheel niet door de mensenrechtensituatie in de diverse landen waaronder
Oekraïne laat leiden.
Oekraïne kent de twijfelachtige eer in 1996 te behoren tot de top drie
van landen waar op grote schaal geheime terechtstellingen van ter dood veroordeelden
plaatsvinden. Vaak worden familieleden niet op de hoogte gebracht waar het
slachtoffer ligt begraven (in 1996 waren dat er 167 en in 1997 waren dat
13, volgens cijfers van het Oekraïense ministerie van justitie). Amnesty
International en het VN-comité tegen Foltering zetten vraagtekens
bij de procesvoering en de verkregen bewijslast van de ter dood veroordeelden.
Een rapport van het VN-comité tegen Foltering uit 1997 spreekt over
het martelen van rekruten in het Oekraïense leger. Ook is er sprake
van mishandelingen en martelingen van mensen in voorarrest en in detentie,
wat in sommige gevallen zelfs tot de dood leidde. Verder meldt het rapport
het falen van de autoriteiten om gedetineerden een advocaat naar eigen keuze
te bezorgen en het gemis van een goed functionerende klachtencommissie.
Rick van Amersfoort
|