Verantwoording

Inleiding

Conclusies

De statistieken

Imago opgepoetst?

Chronologie gebeurtenissen

Het verhaal 1

Arrestaties Spuistraat

Bijlmerbajes

Jubeldemo

Diverse arrestaties

Het verhaal 2

Heerhugowaard

Politiebureau's

Hoogeveen

Zutphen

Mishandeling

Sexuele intimidatie

Medische behandeling

Het verhaal 3

Behandeling divers

Uitzetting en vrijlating

Vrijlating in Nederland

Het arsenaal

Niet teruggegeven

Opgeruimd staat netjes

Hoe verkoop ik het?

Amsterdam als proeftuin?


EU rot op juli 1997

Vrijlating in Nederland

Acht mensen worden in een witte arrestantenbus gestopt die verdeeld is in drie comparti- menten, die elk weer afzonderlijk afgesloten kunnen worden. Het doet mij denken aan glazen hondenkooien. Er wordt ons niet verteld waar we heen gebracht gaan worden. De chauffeur van de bus scheurt werkelijk als een idioot de snelweg op, we proberen de ANWB-borden te lezen en gebouwen te herkennen. Na een kleine twintig minuten stopt het busje plotseling op een industrieterrein in de buurt van een Praxis. Ik heb geen flauw idee waar ik ben. Gelukkig weten de andere drie jongens die er tegelijk met mij uitgezet worden dat wel ongeveer. We lopen gezamenlijk naar het dichtst bijzijnde metrostation.


Woensdagmiddag worden we teruggebracht naar Amsterdam, politiebureau IJtunnel waar we werden opgesloten in twee groepscellen. Aan de hand van onze dossiers worden we één voor één uit de cel gehaald en krijgen we onze fouillering terug. Ik zeg dat mijn zakmes ontbreekt en daarvan wordt een aantekening gemaakt op het dossier, ik zet hier nog een krabbeltje bij. Ik mag later terugkomen om te kijken of mijn mes bij de overge- bleven spullen zit, nu is er geen tijd.
De volgende dag (donderdag) ga ik terug naar bureau IJtunnel waar ik te woord word gestaan door de wachtcommandant Klaas. Er blijkt in het dagrapport absoluut niets te vinden te zijn over arrestanten uit Hoogeveen. Er zijn dus ook geen spullen achter gebleven. Hij pleegt een paar telefoontjes maar ook dat biedt geen soelaas. Tenslotte probeert hij me op te zoeken in het centraal systeem waar elke arrestant in vermeld moet staan, maar ook daar ben ik onvindbaar. Hij raad me aan via mijn advocaat een schade- vergoedingsprocedure te beginnen.
Vrijdag hoor ik dat alle overgebleven spullen naar het Hoofdbureau zijn gebracht. Bij de receptie wordt mij desgevraagd verteld dat dit klopt en dat er daartoe een speciale balie is ingericht in het steegje naast het bureau. Hier zit een portier in een hokje naast het hek die mijn komst telefonisch meldt: of ik even wil wachten dat wordt ik zo geholpen. Na een paar minuten komen er twee stillen naar buiten die me joviaal bij de naam groeten, en zeggen dat ik nog verbaasd zou staan van wat zij allemaal uit hun hoofd weten. Als ik het verhaal over mijn zakmes uiteenzet vertellen ze me dat ze het ook heel jammer vinden maar dat er niets aan te doen is en dat ik maar een sAchadevergoeding moet vragen via mijn advocaat, en dat die vast en zeker zal worden toegekend. Als ik vraag naar de naam van degene met wie ik gesproken heb, die andere zwijgt de hele tijd, stelt hij zich voor als Peters van de CRI.


Een half uurtje voor onze vrijlating had de chauffeur van de cellenbus het nodig gevonden om vier mensen te pesten en te slaan. Hij haalt me uit de cel van de bus en merkt op dat er met tandpasta slogans op de ruitjes geschreven waren en roept me terug. Ik reageer niet want ik versta alleen Engels. Hij loopt achter me aan en grijpt me bij m'n haar, stuurt me zo terug en slaat me enkele keren met m'n hoofd tegen de muur en schopt me terug in de cel. Dat deed hij ook met het meisje dat naast mij in de cel zat. We moesten nog een dertig minuten in de bus blijven onder het dreigement dat ze ons mee terug zouden nemen naar de gevangenis op grond van vernieling. Op dat moment was ik al erg slapjes van de omstandigheden van de dagen ervoor (drie dagen vastgezeten) met te weinig slaap, diarree en koorts. Ik kon weinig weerstand bieden, dus toen ze terug kwamen om me te vragen de raampjes schoon te maken heb ik dat gedaan en hebben ze me laten gaan.


Uit andere verklaringen

Ik werd gedumpt ergens achter de Watergraafsmeer, terwijl me gezegd was dat ik bij een metrostation zou worden afgezet. Ik moest een eind lopen voordat ik openbaar vervoer kon gebruiken.
Ergens in Amsterdam Noord of West, moest lopend naar huis.
Aan de grens vrijgelaten na een rit van twee uur, geboeid.
In Amsterdam nog een extra nacht vastgehouden, terwijl gezegd was dat we vrij zouden komen.


zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish