Verantwoording

Inleiding

Conclusies

De statistieken

Imago opgepoetst?

Chronologie gebeurtenissen

Het verhaal 1

Arrestaties Spuistraat

Bijlmerbajes

Jubeldemo

Diverse arrestaties

Het verhaal 2

Heerhugowaard

Politiebureau's

Hoogeveen

Zutphen

Mishandeling

Sexuele intimidatie

Medische behandeling

Het verhaal 3

Behandeling divers

Uitzetting en vrijlating

Vrijlating in Nederland

Het arsenaal

Niet teruggegeven

Opgeruimd staat netjes

Hoe verkoop ik het?

Amsterdam als proeftuin?


EU rot op juli 1997

Klachten: medische behandeling

PI Overamstel

Op mijn verzoek om medische hulp vanwege diarree werd geantwoord dat deze zou komen; ondanks herhaaldelijke verzoeken tot het moment van vrijlating geen arts gezien of norit (o.i.d.) gehad (tot en met dinsdagavond beroerd gevoeld).

Voordat ik de gymzaal betrad vroeg ik een bewaarder of ik mijn contactlenzen kon uit doen; er zou voor gezorgd worden werd mij verteld. Na drie maal gevraagd te hebben werd ik doodgewoon genegeerd. Een paar uur slapen met harde-zuurstofdoorlatende contactlenzen betekent dat je opstaat met een "hoornvliesontsteking". IK MOEST DUS WAKKER BLIJVEN!

Na ruim twee uur kreeg ik kramp en moest naar het toilet, dit was niet mogelijk.

Op de bel werd eerst niet gereageerd. Twee keer wel, toen ik een hooikoortsaanval (= erg benauwd) had en vroeg om mijn medicijnen (zaten in afgegeven portemonnee). Ik heb ze nooit gekregen, hoewel ze zeiden dat eraan gewerkt werd.


Ik moet erbij vermelden dat ik diabeticus ben en voortdurend mijn medische benodigdhe- den bij me heb. Ondanks dat ik protest heb aangetekend en mijn medicijnen wilde houden, werd er geen aantekening gemaakt. Ambtenaren pakten deze van me af.
Dan naar een andere binnenplaats. Na ongeveer vijftien uur komt er voor de eerste keer een verpleegkundige naar me toe. Na overleg bezorgt ze me insuline en medische apparatuur. Weliswaar ken ik dit insulinemerk niet maar moet het toch nemen, aangezien ik zonder insuline in een levensbedreigende situatie kan komen (flauwte, shock, bewuste- loosheid). Omdat ik drie tot vier keer per dag insuline-injecties nodig heb en ook voortdurend mijn bloedsuikerspiegel moet controleren, ben ik dus ook continu op mijn medicamenten aangewezen. Politiemensen namen daar op geen enkele manier notie van. Een dag later (in Zutphen):
Ik word door een verpleegkundige behandeld, er is geen mogelijkheid een arts te krijgen, deze wordt me geweigerd. Van de insuline die ik inneem is me de werking verder onbekend. Mijn eigen medicamenten worden me weer geweigerd!

Hoofdbureau:

Lenzen: op 16/06/1997 rond 14.00 uur lenzenvloeistof gekregen. Gevraagd om schoon- maak- en neutralisatievloeistof. Twee keer gevraagd of de gekregen vloeistof ook neutraliseert en of ik mijn lenzen dus zo weer in kon zetten: daarop werd beide keren met "ja" geantwoord. Ik probeerde een paar uur later een lens in te zetten: bleek niet geneutraliseerd. Gevolg: half uur heftige pijn aan linkeroog en tot de dag erop rood/bran- dend oog gehad.

Hoogeveen:

Na het eten vroeg ik om de medische dienst maar eerst werden er vingerafdrukken gemaakt en mocht ik een verklaring afleggen, als ik dat wilde. Ik weigerde omdat ik eerst mijn advocaat wilde spreken. Toen werd er een nieuwe serie foto's gemaakt. Daarna mocht ik naar de medische dienst. Daar aangekomen bleek dat ze het door mij gevraagde medicijn (Catapresan/Dixarit) niet hadden. Wel kon ik een standaard rustgevend medicijn krijgen maar ze wilden geen bijsluiter laten zien of vertellen wat de bijwerkingen konden zijn. Het enige wat men zei was dat ze dat aan iedereen gaven. Ik heb dit medicijn daarom geweigerd.
Na het luchten gingen we weer naar binnen en daar vroeg ik naar de medische dienst, die ik niet mocht spreken. Tijdens de tweede keer luchten vroegen we waar onze advocaat bleef, hier hadden we vierentwintig uur eerder al om gevraagd. Een uur later kwamen onze advocaten. Ik sprak met Michiel Pestman; hem vroeg ik o.a om medicijnen. Dit zou geregeld worden. Ik mocht naar de medische dienst en deze zou mij een vervangend medicijn geven en mij de bijwerkingen vertellen. Dit zou ik later horen.
Na het eten ging ik opnieuw naar de medische dienst. Ik kreeg een medicijn en uitleg over de werking en bijwerkingen (het zou o.a verstopping kunnen veroorzaken wat alleen door veel drinken was te voorkomen). Naast het slokje water voor het innemen van de medicijnen heb ik die dag verder helemaal niets te drinken gehad. Dat heb ik de dagen erna ook duidelijk kunnen merken (geen stoelgang dus!)
Ik kreeg vervolgens van de bewakers te horen dat ik die nacht apart zou moeten slapen. De reden bleef mij geheel onduidelijk. Toen werd ik notabene in een isoleercel(!) gezet. Hier draaide ik volledig door, alles draaide door mijn kop en de muren kwamen op mij af. Ik dacht dat ik gek werd. Ik maakte veel lawaai en vernielde mijn matras. Toen de bewakers kwamen en ik om mijn advocaat vroeg, zeiden ze dat ik daar geen recht op had, omdat mijn situatie praktisch niet gewijzigd was. Hierover dacht ik geheel anders. Er was toch geen enkele reden om mij in een isoleercel te stoppen. Mijn matras werd ingenomen. Later kreeg ik de medische dienst te spreken en kreeg ik opnieuw een medicijn. Ook kreeg ik enkele kranten (ik had geen enkel besef meer van tijd).
De volgende ochtend (18-06) mocht ik douchen (koud) en daarna zou ik, terug in mijn cel, te eten krijgen. Er werd echter niets te eten of te drinken gebracht. Of ik terug mocht naar de groep, zoals de avond daarvoor was beloofd, moest nog besloten worden door de medische dienst. De medische dienst kwam en zei dat ik in ruil voor mijn naam naar huis mocht, dit weigerde ik. Toen ik voor een tweede keer door- draaide kon ik geen medische hulp krijgen. Ook de hele verdere dag heb ik geen eten en drinken gehad. Ik bleef in de isoleer tot ik later die dag samen met de anderen naar Amsterdam werd vervoerd (ik afgezonderd in een kooi )
In Amsterdam werden we, nadat we onze persoonlijke spullen hadden teruggekregen, om ongeveer 17.30 uur vrijgelaten.

Hoofdbureau Amstelveen

DINSDAG 17 JUNI Dinsdagmiddag ben ik één keer ongeveer vijftien minuten gelucht. Toen ik van de luchtplaats gehaald werd, heb ik nogmaals mijn rechten opgeëist en heb ik de dienstdoen- de agent op de hoogte gesteld van het feit dat ik twee hersenafwijkingen heb (een vernauwing en een verwijding van de aan- en afvoervaten voor hersenvocht). Ik had toen al last van ondragelijke hoofdpijn en hevige bloedneuzen. Ik heb gevraagd om een arts, maar die werd door een agent geweigerd. Ik heb hem toen gewezen op het feit dat hij voor mij verantwoordelijk was op dat moment en dat als ik een hersenbloeding zou krijgen (wat zou kunnen, onder deze stress-omstandigheden) dat hij dan problemen zou hebben. Hij zei dat hem dat niet zo kon boeien. Daarna ben ik ingesloten in een ijskoude cel, afgezonderd van de rest. (...) WOENSDAG 18 JUNI Woensdagochtend heb ik geen ontbijt gehad. De hele dag heb ik me beroerd gevoeld. Ik had die dag last van bloedneuzen en ben minstens drie keer flauw gevallen. Ik heb die dag een paar keer om een dokter gevraagd (door de intercom) maar men zei tegen mij, dat er al een dokter was geweest. Dat was de dag ervoor. Dit klopt ook, want op dinsdag was een andere arrestant beroerd geworden en gaan hyperventileren. Voor die arrestant hebben ze na lang zeuren wel een dokter gehaald en tegen mij werd gezegd, dat ze niet nog eens een dokter gingen bellen en dat ik me eigen maar niet zo moest aanstellen. Het enige wat ik die dag nog wel heb gekregen is een rol wcpapier. Verder heb ik het heel erg koud gehad en me ontzettend ziek gevoeld. Ik ben niet gelucht en ik heb geen avondeten of brood gehad.
's Nachts om ongeveer 1.30 uur werd ik bewusteloos gevonden door een agent, die heeft nog aan een collega gevraagd of er misschien toch niet een dokter bij moest komen. Maar tegen hem werd gezegd dat dat niet nodig was. De agent heeft mij wel een deken gegeven en twee koppen warme thee, daarna heeft hij me weer alleen gelaten in de cel. Ik voelde me nog steeds erg ziek. Ik had heftige hoofdpijn, bloedneuzen en was misselijk. Ik heb die nacht nauwelijks een oog dicht gedaan.
DONDERDAG 19 JUNI
Ik werd om ongeveer 9.30 uur gewekt door een agent die mij mijn spullen terug gaf en zei dat ik naar huis kon. Toen ik opstond ben ik gevallen omdat ik duizelig was. Hij heeft mij bij mijn arm ondersteund. Ik moest toen een briefje ondertekenen. Dit heb ik gedaan met m'n NN nummer.


Uit andere verklaringen

Mijn astmaspray is mij afgenomen, pas na twee dagen nieuwe gekregen.
Mijn medicijnen tegen suikerziekte zijn me afgenomen. Pas vijftien uur later insuline gekregen van een onbekend merk. Door het bewakingspersoneel is geen aanteke- ning gemaakt van mijn medische conditie.
Last van spieronsteking aan beide armen. Kreeg alleen pijnstiller. Geen anti-con- ceptie pil.
Mijn verzoek om een medisch consult in verband met een hartkwaal werd pas na vier uur gehonoreerd. De arts constateerde een te hoge bloeddruk en vervolgens werd ik aan mijn lot overgelaten.
Ik kon mijn lenzen niet uitdoen, want ik kreeg na herhaaldelijk vragen geen lenzenvloeistof.
Er werd mij mijn anti-conceptie pil geweigerd.
Ik kreeg pijnlijke ogen vanwege niet gezuiverde contactlenzen.
Ik kreeg een astma aanval en moest een dag wachten op medicijnen.
Pas na lang zeuren kwam er een vrouw bij de groep met een doos medicamenten.
Er wordt o.a. lenzenvloeistof verstrekt die geen lenzenvloeistof blijkt te zijn.
Ik heb elke dag medicijnen nodig, maar die werden pas op dinsdag verstrekt.


zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish