Ombudsman en Eurotop, december 1998

eerste uitspraak artikel 140, oktober 1998

Jubeldemonstranten krijgen schadevergoeding, mei 1998

Eurotop zwartboek, het vervolg, december 1997

Zwartboek politieoptreden eurotop, september 1997

Retour Milaan-Amsterdam, september 1997

Dagboek twee arrestanten, september 1997

Gesprekken commissie Schalken, september/oktober 1997

EU rot op, zwartboek politieoptreden, juli 1997


EU rot op oktober 1998

Eurotop

Op 31 juli deed de Raadkamer van de Amsterdamse rechtbank uitspraak in de zaak van een aantal artikel-140 arrestanten die op 3 juli diende. De zaak diende namens 267 ex-arrestanten. Zij waren allen aangehouden in de avond en nacht van 15 juni 1997, in de omgeving van het pand Vrankrijk. De rechter besloot alle klagers een schadevergoeding van ƒ2500,- toe te kennen voor geleden immateriële schade wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving en inbreuk op de grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting. Ook de mensonwaardige omstandigheden tijdens de detentie zijn bepalend geweest voor de hoogte van de vergoeding.
Voor bijna alle arrestanten gold volgens de rechter dat hun betrokkenheid bij een criminele organisatie niet bewezen was. In één geval oordeelde de rechter dat betrokkenheid niet uit te sluiten was, maar ook in dat geval was de zaak door justitie zelf geseponeerd. In alle gevallen kwam de rechter tot het oordeel dat een schadevergoeding op zijn plaats was.
In een persbericht reageerde het AC verheugd dat er na meer dan een jaar wachten eindelijk een gerechtelijke uitspraak over deze massa-arrestatie is. Het is een voor Patijn, Vrakking en toenmalig hoofdcommissaris Nordholt vernietigende uitspraak en een bevestiging van de klachten in het door het AC en Buro Jansen en Janssen samengestelde Zwartboek Politieoptreden. Het vervelende is echter dat er geen enkel politiek vervolg komt. Patijn en Vrakking hadden na deze zoveelste schrobbering gewoon moeten aftreden. Die consequentie wordt echter niet getrokken.
Het openbaar ministerie heeft beroep aangetekend tegen de uitspraak. Dit is nogal vreemd, omdat het OM vanaf het begin helemaal geen rechtszaken wilde. Het is dus onbegrijpelijk dat het OM nu `door een hogere rechter een uitspraak wil laten doen over de rechtmatigheid'. Het gaat hierbij slechts om een nieuwe poging de zaak te traineren om zodoende de politieke impact die de zaak zou kunnen hebben teniet te doen.
Vervolgens hebben ook de advocaten van de klagers besloten beroep aan te tekenen tegen het vonnis, omdat zij de door de rechter vastgestelde vergoeding voor hun kosten (ƒ7050,-) te laag vonden. Wordt dus vervolgd.


zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish