This site will look much better in a browser that supports web standards, but it is accessible to any browser or Internet device.

over de grens - verwijdering van vluchtelingen en migranten uit Nederland

autonoom centrum, maart 2004

# De verwijderingsmachine

Immigratie en Naturalisatie Dienst Koninklijke MarechausseeVreemdelingendienst LuchtvaartmaatschappijenOverige onderdelen verwijderingsmachine

De verwijderingsmachine bestaat uit een groot aantal schakels en onderdelen: De centrale regie Terugkeer, Regionale Integrale Terugkeer Teams, Project Toezicht & Terugkeer, Terugname-overeenkomsten, Mobiele Bijstandsteams, Terugkeernota, Terugkeertraject en Terugkeerbureau. . Het verwijderingsapparaat is een ambtelijk technisch apparaat met vele radars, je ziet door de bomen het bos niet meer. De middelen om die verwijdering te realiseren zijn grootschalige oppakacties van 'illegalen' (razzia's), uitzetcentra (deportatiegevangenissen bij luchthavens), chartervliegtuigen ter verwijdering en nieuwe vertrekcentra.

Het Ministerie van Justitie (MvJ) en het Ministerie van Vreemdelingenzaken en Integratie (MvVenI) zijn hoofdregisseurs van het verwijderingsbeleid. De drie belangrijkste diensten in de verwijdermachine zijn de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), de Koninklijke Marechaussee (KMar) voor wat betreft uitzetting en grensbewaking (inclusief het Mobiel Toezicht Vreemdelingen) en de Vreemdelingendiensten (VD). Daarnaast is er een belangrijke vierde schakel in de uitvoering: de luchtvaartmaatschappijen. Een aantal nevenschakels in de verwijderingsmachine is beschreven achteraan dit hoofdstuk. De mensen waar het over gaat, die zo justitie zo technisch indeelt in categorieën verwijderbaren, staan in een kader vermeld.
De I MvVenI is als gezagsdrager verantwoordelijk voor het werk van VD en KMar (waarbij respectievelijk korpsbeheerder en minister van Defensie hun eigen rol spelen). IND en COA vallen als uitvoerende dienst en zelfstandig bestuursorgaan onder de MvV&I. Per 1 januari 2004 kreeg de centrale terugkeerregie organisatorisch vorm in de Stafdirectie Coördinatie Vreemdelingenketen (SCV).

# Immigratie en Naturalisatie Dienst

De Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) fungeert als zelfstandige dienst onder het Ministerie van Justitie, vallend onder het Directoraat Generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken. De IND is beheerder/gezagvoerder over het vreemdelingenbeleid. Onder andere het Gemeenschappelijk Centrum Speciale Taken (GCST), de afdeling Toezicht en Terugkeer, de Regionale Integrale Terugkeer Teams (RITT) en de afdeling Coördinatie Presentatie Ambassades (CPA) vallen onder de IND. In de Justitiebegroting van 2004 formuleert de IND een aantal eigen hoofdtaken, te weten: beperking van de instroom, effectief terugkeerbeleid en bestrijding van illegaliteit. Effectief terugkeerbeleid van ex-asielzoekers betekent voor haar invulling geven aan de in het regeerakkoord genoemde terugkeerorganisatie. 'Bestrijding' van illegaal verblijf is onder andere een kwestie van versterking van het (binnenlands) vreemdelingentoezicht, een taak van de VD. De IND neemt administratieve taken van de VD over waardoor die de handen vrij heeft om meer toezicht uit te oefenen en illegalen op te sporen. De IND heeft coördinerende taken en speciale taken zoals het regelen van uitreisdocumenten, eenmalige reispapieren oftewel laissez passer's (lp), EU-documenten, charters alsmede de 'verwijdering bijzondere gevallen'. Ook de Coördinatie Groep Vreemdelingenketen (CGV) en de Programmaraad vertrek & terugkeer vallen onder de IND.

Coördinatie Presentatie Ambassades

De IND beschikt over een aparte uitzeteenheid , de Coördinatie Presentatie Ambassades (CPA), waar de verkrijging van (tijdelijke) reisdocumenten voor een groot aantal nationaliteiten centraal gecoördineerd wordt. Er is contact met 70 herkomstlanden. Er wordt gestreefd naar een zo effectief mogelijke organisatie van de presentatie van vreemdelingen aan de diplomatieke vertegenwoordigingen van de (vermoede) herkomstlanden. Indien een paspoort ontbreekt, is voor de daadwerkelijke terugkeer is een lp noodzakelijk. Om een lp te krijgen wordt een persoon in principe bij een ambassade (soms consulaat) van (vermoed) herkomstland gepresenteerd. De IND presenteert de betrokkene niet altijd in persoon, soms legt zij slechts de noodzakelijke documenten over bij de diplomatieke vertegenwoordiger. De uitvoering is afhankelijk van de medewerking van de landen van herkomst. Lang niet altijd werken de buitenlandse autoriteiten mee bij het verstrekken van inreisdocumenten. Zo erkennen ze betrokkene bijvoorbeeld niet als burger van hun land bij gebrek aan identiteitspapieren. Ook komt het voor dat de ambassade de papieren die de IND voorlegt voor het verkrijgen van een lp, bijvoorbeeld een kopie van een door de vluchteling gebruikt reispapier of paspoort, niet acceptabel vindt.
Belangrijke voorwaarde voor afgifte van een lp is dat nationaliteit en identiteit van de verwijderbare bekend zijn, wat veelal echter niet het geval is. De IND nodigt in toenemende mate diplomatieke vertegenwoordigers uit om in vreemdelingendetentie met vreemdelingen te spreken. Ook worden presentaties gehouden op het centrale CPA-kantoor te Den Haag. In samenwerking met China, Nigeria en Angola zijn vorig jaar pilot-projecten gestart waarbij immigratiedeskundigen uit deze landen in Nederland zijn ingezet om de nationaliteit en identiteit van te verwijderen personen vast te stellen. De CPA speelt een cruciale rol bij de planning van verwijderingen. Naast het organiseren van de reispapieren bepaalt zij mede de bestemming van een charter en huurt ze het vliegtuig in. De CPA regelt namenlijsten, dossiers en eventuele rapportages over de verwijderbaren ten behoeve van de uitreis en escorts.

Koninklijke Marechaussee

De grensbewaking van de Koninklijke Marechaussee (KMar) valt onder het beheer van de minister van Defensie, maar staat onder het gezag van de minister van Justitie. De KMar speelt een rol aan zowel de 'voor- als achterdeur' van de immigratieketen en voert tevens als 'lange arm' van de IND pre-boarding checks uit: controles op reis- en identiteitsdocumenten in de herkomstlanden voorafgaand aan het instappen in het vliegtuig. Bij ontbreken of niet in orde zijn van deze documenten mag de passagier niet meevliegen. De KMar bedient ook de grensdoorlaatposten bij lucht- en zeehavens in Nederland, de zogeheten buitengrenzen van het Schengengebied. Deze uitvoering verloopt volgens de in Schengenverband overeengekomen beginselen tot gezamenlijke inspanning bij bestrijding van illegale grensoverschrijding aan de buitengrenzen van Schengen. Tevens voert de KMar het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (steekproefsgewijze documentencontrole achter de grens) uit middels haar vliegende brigades. Ook voert de KMar de feitelijke verwijdering van vluchtelingen en illegalen uit.
Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie stelt in haar Terugkeernota 'Maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid' van 21 november 2003: "Grenscontrole vindt alleen nog plaats aan de Nederlandse buitengrenzen van het Schengengebied, in het bijzonder op de Nederlandse lucht- en zeehavens die als grensdoorlaatpost zijn aangewezen. De belangrijkste daarvan zijn Schiphol en Rotterdam. Jaarlijks wordt aan de grens 9000 vreemdelingen de toegang geweigerd (weigeringsgronden ex art 3 Vw 2000, onder meer het ontbreken van reisbescheiden, het vormen van een gevaar voor openbare orde of nationale veiligheid, het niet beschikken over voldoende middelen van bestaan voor verblijf.)"

Voordeur

Op Schiphol heeft de KMar de grensbewakingstaak verdeeld over de doorlaatpost, het buro uitzettingen en het buro falsificaten. De KMar voert op Schiphol tevens tienduizenden gate-(uitstap)controles per jaar uit in het kader van grensbewaking met als doel zo snel mogelijk na aankomst identiteit, nationaliteit, juistheid van de reisdocumenten en opstaplocatie c.q. herkomstland van de 'vreemdeling' vast te stellen. Een tweede doel van deze gate-checks, die de KMar in samenwerking met de IND plant, is vast te stellen welke luchtvaartmaatschappij betrokkene vervoerde. Dit voor een mogelijke claim door justitie op de vervoersmaatschappij die verantwoordelijk is voor het aanleveren van juist gedocumenteerden op straffe van een boete en de vlucht terug naar de opstaplocatie. De eventuele verwijdering van deze 'vreemdelingen' wordt daardoor voor de IND vereenvoudigd. De Terugkeernota van minister Verdonk stelt opnieuw een intensivering van gate-controles door de KMar voor. De overheid wil hiermee de verbetering van controle op reisdocumenten door de luchtvaartmaatschappijen afdwingen opdat het aantal niet of onvolledig gedocumenteerde vreemdelingen op Schiphol en de kosten die dit voor de overheid met zich meebrengt, afneemt. De ministerraad hierover in haar persbericht 'maatregelen voor effectievere terugkeer' van 21 november 2003: "Door verbetering van diverse grensbewakingsinstrumenten (bijvoorbeeld gate-controles) en onderzoek naar het vastleggen van biometrische kenmerken met een afschrift van het reisdocument in een databank, zal van meer vreemdelingen worden vastgesteld met welke vervoerder zij naar Nederland zijn gereisd. Hierdoor hoeft minder tijd te worden besteed aan identiteits- en nationaliteitsonderzoek, waardoor de terugkeer zal worden bevorderd."

In geval een asielverzoek van de gecontroleerde passagier moet de KMar deze persoon naar een Aanmeldcentrum begeleiden. Het punt is dat het ontvluchten van een land nu eenmaal niet netjes kan gaan: uitreis op eigen document, als men dat al heeft, is een risico voor de vluchteling/dissident. Daar komt bij dat indien men met een geldig reisdocument hier aankomt, men via datzelfde document snel kan worden uitgezet. Dus men vernietigt of vervalst identiteitspapieren vaak. Of reisagenten c.q. mensensmokkelaars nemen de gebruikte reispapieren na controle in. Het niet hebben van de juiste papieren is een contra-indicatie (een tegenwerping, die kan leiden tot afwijzing van het verblijfsverzoek), als men niet aannemelijk kan maken waarom men niet in het bezit is van identiteitspapieren.

Razzia tegen Bulgaren, november 2003

Mobiel Toezicht Vreemdelingen

Ook het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) staat aan de voordeur, controlerend langs de grenzen op illegale grensoverschrijding. Hiertoe houdt het MTV selectief (op ervaring en intuïtie, aldus een MTV'er) auto's aan, controleert de passagiers op reisbescheiden en stuurt niet of verkeerd gedocumenteerden linea recta terug, na computerregistratie. Het kan ook zijn dat gecontroleerde wordt overgedragen aan de vreemdelingenpolitie en gevangen gezet voor nader onderzoek plus verwijdering. In geval een asielaanvraag moet het MTV betrokkene overbrengen naar een Aanmeldcentrum, IND-centra langs de grenzen van Nederland, waar asielverzoeken kunnen worden ingediend. Toen justitie in 1994 het MTV startte had zij er twee doelstellingen mee:
-het MTV moest bijdragen aan de bestrijding (van georganiseerde vormen) van illegale immigratie; de zogenoemde repressieve functie, en:
-het MTV moest bijdragen aan het voorkomen van illegale immigratie; de zogenoemde preventieve functie.

Gedurende de jaren 1995 tot en met 2000 zijn door de MTV-brigades gemiddeld ruim 700.000 grensgangers per jaar gecontroleerd. Van het aantal gecontroleerde personen is aan gemiddeld 96,4% doorgang verleend, omdat zij op basis van hun documenten of te verkrijgen informatie hun identiteit en verblijfsrechtelijke positie afdoende hebben kunnen aantonen. Onder hen bevonden zich gemiddeld 1.844 personen per jaar die daartoe eerst wel voor een verhoor naar een MTV-brigade zijn overgebracht. In dezelfde periode (1995-2000) zijn gemiddeld 24.140 vreemdelingen per jaar teruggezonden c.q. aangezegd Nederland te verlaten. Daarnaast zijn gemiddeld 1.090 vreemdelingen per jaar door het MTV in bewaring gesteld. Sinds de wijziging van de Vreemdelingenwet, per 1 april 2001, was inbewaringstelling door de KMar niet meer mogelijk, maar werd een (illegale) vreemdeling daartoe overgedragen aan de Vreemdelingendienst (VD). In de praktijk blijkt een feitelijke overdracht aan de VD soms niet mogelijk vanwege hoge werklast en beperkte capaciteit van de VD. Voorts trof het MTV een relatief klein aantal personen aan dat aangeeft asiel te willen aanvragen: gemiddeld 878 personen per jaar. Deze personen worden niet altijd feitelijk aan de IND overgedragen, maar hen wordt meestal de weg gewezen richting een Aanmeldcentrum. Op basis van deze resultaten concludeerde het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC) dat aan de effectieve bijdrage aan de bestrijding van illegale immigratie door het MTV sterk moest worden getwijfeld. Deze twijfel betrof zowel de repressieve functie als de preventieve functie van het MTV. Door het terugzenden van zo'n 3,2 % van het totaal aantal gecontroleerde personen vond op dat moment zeker voorkoming van illegale grensoverschrijding plaats, maar onduidelijk was of deze personen niet op een later tijdstip en/of op een andere wijze illegaal Nederland binnenkwamen. Onduidelijkheid bestaat er overigens ook over of (een gedeelte van) de teruggezonden grensgangers in 't geheel wel de intentie had om zich illegaal in Nederland te vestigen.

Minister Verdonk over het MTV in haar Terugkeernota : "Grensbewaking, waaronder controle door vliegende brigades van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) die achter en langs de grens controleren, is voor justitie een belangrijk middel om onder meer illegale grensoverschrijding te onderscheppen en preventief te zijn met betrekking tot illegaal verblijf te voorkomen." De ministerraad in haar persbericht van 21 november 2003 hierover: "Daarnaast zal het Mobiel Toezicht Vreemdelingen door de Koninklijke Marechaussee effectiever en meer recherchematig worden ingevuld."
Justitie geeft het MTV meer bevoegdheden zodat zij meer aandacht kan besteden aan grootschalige toezichtsacties. Tevens wordt het werkterrein uitgebreid, het controle-terrein achter de grens wordt verruimd in vergelijking met de zones tot nu toe. Ook nieuw is het mandaat dat de KMar bij het MTV krijgt om gecontroleerden in bewaring te stellen.

Achterdeur

De KMar voert de gedwongen uitzettingen uit. in ieder geval wordt men door de KMar tot in het vliegtuig gebracht en tien procent van de via Schiphol uitgezette vluchtelingen en illegalen wordt door KMar-escorts tot in de herkomstlanden begeleid. Bij de meeste van die verwijderingen (individuele en groepsdeportaties) gaan er twee escorts op één uitzetbare mee. Vaak zijn dat er meer na een mislukte verwijderingspoging van dezelfde persoon. In situaties waarbij verzet verwacht wordt zet de KMar vaak vier of zelfs zes escorts in. De KMar houdt er een soort 'huisregel' op na dat na drie keer een mislukte verwijdering (ongeacht door wiens toedoen) zij geen heil meer in ziet in nog een poging. Betrokkene blijft doorgaans in vreemdelingendetentie want 'verzet mag niet worden beloond' of wordt bij onuitzetbaarheid op Schiphol gedumpt. Verwijdering per charter behoort tot de mogelijkheden. Charters werden onder andere in het leven geroepen om recalcitrante uitzetbaren te verwijderen, aldus de IND. Velen worden echter direct bij hun eerste uitzetting, zonder zich dus ooit verzet te hebben, per charter verwijderd, zoals de groepen Oost-Europeanen.

KMar-training

Het KMar-personeel is steeds in blokken van drie weken ingeroosterd voor uitzettingen, waarna andere vormen van grensbewaking volgen. Ook is er vast uitzettingspersoneel.
Voor het uitvoeren van verwijderingen krijgt KMar-personeel een speciale korte vijfdaagse opleiding en training, waarbij het middels communicatie zo rustig mogelijk laten verlopen van de verwijdering een belangrijk uitgangspunt is. Agressie moet optimaal worden geneutraliseerd met zo min mogelijk dwangmiddelen. Uitzettingen dienen zo humaan mogelijk plaats te vinden, waarbij veiligheid aan boord van personeel en reizigers voorop staat. De KMar heeft speciaal de training uitgebreid om te leren omgaan met andere culturen! De verwijderingspraktijk wordt geoefend met een oefenvliegtuig.

KMar-'reisburo'

Dagelijks worden lijsten uitgeprint van mensen die worden overgedragen aan het 'reisburo' van de KMar Schiphol dat de uitreis van betrokkene regelt. Indien de boeking geregeld is, wordt betrokkene overgebracht vanuit vreemdelingendetentie of politiecel (na het oppakken) naar de luchthaven Schiphol. Aldaar wordt de verwijderbare minimaal twee uur vantevoren overgedragen aan de KMar. Het komt ook wel voor dat een vreemdeling, die 'lastig' is, in de auto/bus van de aanbrenger blijft zitten en rechtstreeks naar het vliegtuig gebracht wordt. De KMar plaatst de aangeleverde na het inchecken in de wachtruimte. De aanleverende instantie levert een gedragsrapportje met specifieke aanwijzingen over persoon in kwestie, zodat de escort zich kan prepareren. Indien nodig wordt een medische rapportage aangeleverd op basis waarvan beoordeeld wordt of men 'fit to fly' is, gereed om te vliegen. Indien nodig schakelt de KMar daartoe ook een politiearts/GG-GD-arts in. KMar-escorts krijgen een uitzetbare toebedeeld, meestal twee escorts op één deporteerbare, voor wie ze verder de gehele reis verantwoordelijk zijn. Bij problemen tussen escort en deportee is afwisseling van de wacht soms een psychologische oplossing. Het plan 'the good and the bad guys' wordt dan ingezet: als het die ene escort niet 'goedschiks' lukt de verwijderbare te overreden, lukt het de andere escort wellicht 'kwaadschiks'. De KMar brengt de verwijderbare aan boord van het vliegtuig. De piloot/gezagvoerder van de betreffende vlucht kan ten allen tijde extra informatie verkrijgen van de KMar over degene die verwijderd wordt. De KMar-escorts proberen de deportee bij het aan boord gaan uit het zicht te houden van de overige passagiers, niemand mag zien wat er gebeurt. Vandaar dat de KMar er zorg voor zal dragen dat de geëscorteerde deportee(s) meestal via het platform en de achtertrap al aan boord zijn gebracht, voordat de passagiers instappen.

De KMar tijdens verzet bij uitzetting

Als de uitzetting eenmaal in gang gezet wordt, kan betrokkene zichzelf daartegen verzetten. Verzet is een laatste strohalm, er zijn veel mensen die zich niet vrijwillig laten afvoeren. Een negatieve beschikking op het verblijfsverzoek en verwijdering betekent dat men uit heel Schengen verwijderd wordt en er lang niet mag terugkeren. Daartoe zijn personalia en vingerafdrukken geregistreerd, onder andere in het Schengen Informatie Systeem (SIS). De verwijdering is derhalve behoorlijk definitief. Verzet hiertegen komt dan ook begrijpelijkerwijs regelmatig voor.
Als inpraten op betrokkene niets uithaalt, is de inzet van dwangmiddelen daarop het antwoord. Velen verheffen hun stem, roepen, schreeuwen om aandacht te trekken en te trachten omstanders, medepassagiers, personeel en gezagvoerder duidelijk te maken dat ze de uitzetting vrezen, of dat documenten waarmee wordt uitgezet niet in orde zijn. Stemverheffing wordt al snel als 'verbaal agressief' aangemerkt waartegen dan een dwangmiddel kan worden ingezet. Andere vormen van verzet zijn: zelfverwonding, zich ontkleden, insmeren met eigen uitwerpselen, spugen, bijten. Elke vorm van verzet wordt direct in de kiem gesmoord om escalatie te voorkomen. Een belangrijk argument hierbij voor de KMar is dat de situatie en sfeer aanboord voor de andere reizigers acceptabel blijft.

Dwangmiddelen

Met betrekking tot KMar-escortbegeleidingen is er een schriftelijke afspraak met luchtvaartmaatschappijen zoals met de KLM over het aantal begeleiders op een vlucht, afhankelijk van de hoeveelheid te begeleiden vreemdelingen, de nationaliteit en de bestemming. Bij verzet is de KMar verantwoordelijk voor het aanwenden van dwangmiddelen voor en tijdens het aan boord gaan, de piloot is daar tijdens de vlucht voor verantwoordelijk.
In een brief eind september 2003 van de Stafdirectie Uitvoeringsbeleid van de IND aan de organisaties DocuCongo en Autonoom Centrum betreffende een charteruitzetting naar Congo staat: "Zowel voorafgaand aan als tijdens de daadwerkelijke uitzetting worden de vreemdelingen professioneel en respectvol behandeld door de ambtenaren van de IND en de KMar die hen begeleiden. Het komt veelvuldig voor dat de vreemdelingen zich hevig verzetten tegen hun uitzetting. Uit veiligheidsoverwegingen kunnen in een voorkomend geval dwangmiddelen worden toegepast. Tot het aan boord gaan van het vliegtuig heeft de ambtenaar van de KMar hiertoe zelfstandige bevoegdheid. Aan boord van het vliegtuig kunnen alleen onder verantwoordelijkheid van de gezagvoerder dwangmiddelen worden toegepast en deze zal daartoe uitsluitend verzoeken indien de veiligheid van de vlucht daarvoor aanleiding vormt."

Van handboeien tot transportkoppel

Metalen handboeien worden het meest gebruikt, vaak al tijdens het transport naar de luchthaven. Ook plastic handboeien, tie-rips, worden toegepast; ze hebben scherpe randjes waardoor ze in de pols kunnen snijden. Soms wordt daar klittenband onder bevestigd, aldus de KMar. Volgens de KMar wordt betrokkene nooit met de handen op de rug geboeid, maar ervaringsverhalen daarover luiden anders. Ook het zogeheten transportkoppel wordt toegepast, een riem om het middel waaraan de handen op buikhoogte worden geboeid. Vaak houdt een escort het hoofd van de deportee naar beneden gebogen tussen de knieën. Klittenband waarmee armen, knieën en benen bij elkaar gebonden worden, behoort ook tot de mogelijkheden. Eventueel worden voetboeien gebruikt. Enkele jaren geleden werd ook een hygiëne-masker gebruikt tegen spugen. Soms krijgt de persoon een overall aan. Als men zich met eigen uitwerpselen heeft ingesmeerd wordt men schoongespoten met een slang.
Bij heviger verzet kan betrokkene worden ingepakt en ingesnoerd in een dwangbuis. De geknevelde kan dan niet meer zelf lopen en wordt het toestel ingedragen. Volgens de KMar wordt de dwangbuis minder gebruikt sinds deze bij toepassing in Duitsland problemen opleverde zoals druk op de borst van de geknevelde. Brancards worden soms gebruikt om mensen het vliegtuig in te dragen. Daarover zegt de KMar anno 2003 dat dit dwangmiddel niet meer gebruikelijk is, te duur is want er is meer personeel voor nodig. Verder meldt de KMar dat gebruik van zo'n brancard 'er niet uitziet en niet humaan genoeg' is. Het intapen van de mond, tegen schreeuwen en spugen, dat ooit werd toegepast, is verboden, sinds een persoon in 1992 daardoor zuurstoftekort kreeg en verlamd raakte.
Wel is volgens de KMar veel behoefte aan de in aantocht zijnde piepschuimen helm tegen zelfverwonding als gevolg van met het hoofd tegen de muur slaan, alsmede tegen spugen en bijten . Het wachten op de toepassing ervan is op een voorgestelde wijziging in de Vreemdelingenwet.

Als het vliegtuig eenmaal in de lucht is, is het doek voor de vluchteling of illegaal definitief gevallen. Volgens de KMar levert dat bij veel gedeporteerden een situatie van berusting op.
Tijdens de vlucht worden handboeien in principe afgedaan maar het komt vaak voor dat de boeien toch aanblijven. Dit is niet alleen vernederend en pijnlijk voor de gedeporteerde maar ook zeer risicovol en onveilig in geval van een noodsituatie aan boord.
Dwangmiddelen betekenen altijd geweld en kunnen in het uiterste geval tot de dood leiden. getuige een tiental personen uit andere EU-landen zoals Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en België, dat bij gedwongen verwijdering de dood vond door de inzet van dwangmiddelen. Eén van hen was Semira Adamu, die door escorts voorover gedrukt werd met haar gezicht in een kussen en stikte. Vier beschuldigde Belgische Rijkswacht-escorts kwamen er vanaf met een veroordeling tot een jaar voorwaardelijk.

KMar werkbriefjes

In rapportages (eind 1999) van de Kmar wordt de aanleiding voor toepassing van dwangmiddelen vaak gelegitimeerd met 'deportee verbaal agressief' of 'al of niet recalcitrant gedrag aan boord'. Een paar voorbeelden uit notities gemaakt ten behoeve van verwijdering:

Uit een werkbriefje/incidentennotitie:
"Wij hebben (-) gelijk geboeid (…) en boeien gefixeerd op koppel. Dit in verband met de voorgeschiedenis van (-). (…) was (-) ook aangeleverd en heeft hij zich in zijn polsen gesneden met een lipje van een frisdrankblikje. (-) is tevens gelijk gefouilleerd en alle scherpe voorwerpen zijn in de fouilleringszak gestopt. (-) gaf aan dat hij de boel op stelten zou zetten in het vliegtuig en dat hij de captain van de vlucht wilde spreken. Wij hebben hier als volgt op gereageerd en een ontmoedigingstactiek op toegepast. Wij hebben (-) verteld (...) dat het geen zin heeft om tegen te stribbelen en dat wij weten dat andere vreemdelingen in het justitieel complex te Tilburg hem hebben verteld dat hij z'n polsen moest openhalen en zo op deze manier in Nederland zou kunnen blijven. (…) Wij hebben betrokkene erop gewezen dat hij het beste aan z'n gezondheid kan denken en hem tevens de uitersten van onze bevoegdheden (dwangbuis en brancard) medegedeeld. Dit zette (-) behoorlijk aan het denken en van dit moment hebben wij gebruik gemaakt om een deal met hem te sluiten. De afspraak was alsvolgt: als (-) zich rustig zou gedragen op de vlucht naar Brussel, wij de transportboeien zouden afnemen. (-) wist niet dat dit ons ten goede zou komen op de vervolgvlucht naar Tunis. Uit telefonische informatie van de Belgische Rijkswacht die wij hadden, zou de maatschappij Tunis-Air zeer snel escorts en Depo's weigeren als Depo's aan boord gebracht zouden worden."

Uit een bijzondere melding KMar over medische dwangmiddelen:
"Een vreemdeling smeerde zich in het passantenverblijf geheel onder met zijn eigen uitwerpselen. Daarna probeerde hij zich te verhangen met zijn samengedraaide trui aan de deurknop aan de binnenzijde van de deur van het passantenverblijf. Teneinde de zelfmoordpoging te doen stoppen is de deportee in opdracht van de commandant Afdeling Verwijderingen meteen met behulp van een brandslang natgespoten waarna de deportee door personeel van de Afdeling Verwijderingen van de deurknop is losgesneden. Personeel van de Medische Dienst Schiphol weigerde in eerste instantie, in strijd met de gemaakte afspraken, hulp te verlenen aan de deportee. Na gewezen te zijn op de gemaakte afspraken kwam het personeel van de M.D.S. toch ter plaatse maar verklaarde de deportee niet tegen zijn wil te kunnen behandelen. De deportee wenste niet behandeld te worden. Deportee derhalve een papieren overall aan laten trekken en teruggegeven aan de Vreemdelingendienst."

Over een deportee die geboeid werd:
"(-) was bij aankomst op S'hol onrustig en nerveus, wist zich geen houding te geven en sprak wartaal. Dit gedrag heeft (-) de gehele reis vertoond, zonder echt vervelend te worden. (-) barstte op de meest onverwachte momenten in lachen uit of riep af en toe een Turkse leus als 'alle soldaten moeten stilstaan'. Zowel tijdens de tussenlanding in Istanbul als op de eindbestemming was de medewerking van de Turkse autoriteiten en personeel van Turkish Airways uitstekend."

"Annulering voor (-) met 4x escort en 1x medisch escort. Betrokkene maakte aan boord van het vliegtuig zoveel problemen dat de andere passagiers zich gingen bemoeien met de uitzetting. Het risico voor de escorts werd te groot zodat de vlucht werd geannuleerd."

Uit een incidentennotitie 10-12-'99
"Betrokkene maakte al problemen tijdens het vervoer (…) derhalve was betrokkene reeds voorzien van handboeien en een koppel. (…). Daar betrokkene niet echt om het zomaar te noemen een lieverdje was is betrokkene uitgezet door 4 escorts en 1 medische escort. Reeds op 9 december was al besloten dat betrokkene op een brancard zou worden vervoerd in overleg met de afdeling verwijderingen. Ook is reeds contact geweest tussen personeel van de Afdeling verwijderingen en de KLM over het inbouwen van de brancard. Toen (-) met de escorts aan boord moest bleek dat de brancard op de verkeerde plaats was ingebouwd.
In overleg met de captain is toen begonnen door wat mensen met het uitbouwen en opnieuw inbouwen van de brancard. (…). De deportee is vervolgens volledig geïmmobiliseerd op de brancard. (-) gaf aan te berusten in de verwijdering maar is de gehele vlucht lastig geweest. Ook was het jammer dat op bureau Verwijderingen geen bevestigingsbeugels meer aanwezig waren voor montage van handboeien aan een koppel. Voor het vertrek is door een politiearts een medische check (die alleen bestond uit het stellen van een paar vragen) op (-) uitgevoerd. In de gegevens van (-) welke van de vreemdelingenrecherche uit Ter Apel komen wordt gesproken over medicijngebruik van betrokkene maar verder is geen recept bijgevoegd. De arts heeft een kort overleg gehad met de medische escort. (…). Voor vertrek is ook gevraagd aan personeel van BUV om contact op te nemen met de Ambassade te Lagos i.v.m. de verwachtte problemen met betrokkene en de mogelijke noodzaak voor het toedienen van een injectie door de medische escort. Tijdens de vlucht en vooraf is goed overleg geweest met de crew en de medische escort, waardoor een ontstane dreigende situatie met wat overige passagiers kon worden gesust. (-) kreeg wat landgenoten voor zich gewonnen en dacht met behulp van hen de situatie te kunnen overnemen. Door een goed gesprek met deze mensen werd uiteindelijk de veiligheid voor een ieder gewaarborgd. I.v.m. de dreigende situatie heb ik met de Minister van Volksgezondheid van Nigeria, welke in de Business Class zat, gesproken. Door haar werd onze veiligheid te Lagos Airport gegarandeerd. Zij kon de situatie achter in het vliegtuig doorzien. Aangekomen te Lagos was (-) verbazingwekkend rustig. Ter plaatse was niemand van de ambassade aanwezig om ons op te vangen. Wel was door de KLM de Immigration ingelicht waardoor de overdracht soepel en begripvol verliep."
-"Dwangmiddel: koppelriem. (-) niet verwijderd en afgevoerd van machine. Escorts vertrokken met overige deportees. (-) was erg opstandig en alle andere deportees en passagiers gingen zich ermee bemoeien. (-) maakte reeds in een vroeg stadium duidelijk dat hij niet wenste te vertrekken. Eerst geprobeerd om (-) te bepraten. Het was onmogelijk om (-) duidelijk te maken dat hij zonder problemen mee moest gaan en als hij niet geaccepteerd zou worden, hij dan gewoon weer terug zou gaan naar Amsterdam. (-) uit voorzorg in de boeien(riem)en lopend naar de combi gebracht. Bij het vliegtuig weigerde (-) aan boord te gaan, waarna hij aan boord is getild. (-) wenste niet te gaan zitten en probeerde mij een kopstoot te geven die niet aankwam en (-) probeerde daarna ook nog te bijten hetgeen ook niet lukte. Meerdere collega's zagen dit gebeuren en doken op (-) met als resultaat dat alle (!) andere (7 stuks) deportees ook opstandig werden en zich ermee gingen bemoeien. Daarnaast gingen zich nog veel passagiers zich met de zaak bemoeien en werden er kreten geslaakt als: belachelijk/ een schande/wat gebeurt er/moet je geen kussen pakken…Hierop de beslissing genomen om (-) van boord te laten gaan. Tevens besloten om toch met 4 escorts te vertrekken omdat iedereen in rep en roer was. Na de start gesprek aangegaan met alle depo's waarop deze weer kalmeerden. Vanaf dat moment geen v verdere bijzonderheden.."

Uit notitie KMar District Noord aan KMar Schiphol
"…antecedenten: agressief; suïcidaal; vluchtgevaarlijk; gevaarlijk voor eigen persoon; gevaarlijk voor ander; lastig; en onder ziek/ziektebeeld: betrokkene ontploft zonder enige aanleiding. (-) is psychotisch en krijgt daar medicijnen voor. Hij is totaal onberekenbaar. Medicijnen: onbekend. Is persoon op de hoogte van uitzetting? Nee. Berust in de uitzetting: nee. Minimaal 4 escorts en medische begeleiding. PS: neem deze man niet te licht op!"

"Betrokkene is vervolgens geboeid aan boord gebracht en geïmmobiliseerd op een daartoe ingebouwde brancard. De brancard was daartoe ingebouwd in de Boeing 737 op de stoelnummers 39A, 40A en 41A. Na ongeveer anderhalf uur vliegen begon betrokkene zich anders te gedragen. Ik zag dat hij naar ons begon te spugen en hoorde dat hij luidruchtig begon te roepen en te schreeuwen. Ik hoorde dat betrokkene mij uitschold voor White Bastard. In overleg tussen mij, de rapporteur en de purser van de vlucht is door de medische begeleiding besloten een injectie toe te dienen zoals eerder is aangegeven door de politiearts bij het overleg vooraf aan de vlucht."

Kalmerende injecties

Injecties met kalmerende medicatie, zoals die in voorgaande jaren als dwangmiddel een aantal keren werden toegediend bij zich verzettende deportees, worden volgens de KMar en Medicare, het medische bedrijf dat op verzoek van IND/KMar medische escorts bij uitzetting laat meevliegen, niet meer gegeven. Een door een onrechtmatig geïnjecteerde vluchteling gewonnen rechtzaak daarover leverde de volgende uitspraak van de Geneeskundige Inspectie op: een injectie mag niet als beheersings- en dwangmiddel worden toegepast, slechts op medische indicatie en op voordracht van een (politie)arts. Directeur Klinkenberg van Medicare zegt, anno 2003, dat geen kalmerende injecties meer gegeven worden bij verwijderingen, want "…er is zoveel ophef over geweest die ene keer dat het wel gebeurde." Hij vervolgt: "Medicare werkt als verlengde arm van de behandelend geneesheer en beperkt zich tot toedienen van injecties indien nodig bij mensen met psychiatrische aandoeningen. Dit doen we wel voor de KMar en de IOM. Geweldsbeheersing is een zaak van de marechaussee en van justitie, niet van ons." Protocol is dat een injectie uitsluitend mag worden toegediend door een verpleegkundige en dan alleen op voorschrift van een (politie)arts. Dit betekent dat, in geval van medische indicatie bij een passagier, de politiearts een verklaring moet meegeven aan de meereizende medische escort. Voorafgaand aan de vlucht schrijft de arts dan een noodopdracht als verklaring ten behoeve van de meereizende medische escort.
Klinkenberg: "Medicare levert wel standaard een medische escort bij charterverwijderingen, een 'stand-by' functie, in het kader van medische zorgvuldigheid."
Klinkenberg: "In het verleden werden wel stretchers ingezet voor het vervoeren van deportees, in die situaties gingen wij ook wel eens mee, omdat de carrier, de luchtvaartmaatschappij dan eist dat als er een stretcher aan boord is er ook een verpleegkundige bijzit, maar dit maken wij niet meer mee de laatste jaren." Wel is Medicare zijdelings betrokken bij een Commissie die onder andere gaat over medische indicaties ten aanzien van de beslissing van de IND om wel of niet iemand uit te zetten."

Gedrogeerd

In vreemdelingendetentie wordt men vlak voor de uitzetting meestal in een aparte cel van een aparte afdeling geplaatst. Men wordt als het ware 'losgeweekt' van de afdeling en de medegedetineerden en voor 'vertrek klaargemaakt'. Het is een soort preventie van verzet. Over die voorfase kent het Autonoom Centrum (AC) een voorbeeld van een persoon die een kalmerende injectie kreeg toegediend in zijn cel in vreemdelingendetentie, alvorens uitgezet te worden. Het argument was dat betrokkene 'een gevaar voor zichzelf was', terwijl daar geen sprake van was, evenmin verzette de man zich (injecties bij verzet zijn verboden). Ook hoorde het AC af en toe verhalen terug na een (mislukte) uitzetting, dat de verwijderden zich slaperig en gedrogeerd hadden gevoeld "…alsof er iets kalmerends in het eten was gestopt." Een KLM-stewardess vertelde een paar jaar geleden eens aan het AC dat ze de indruk had dat aan boord bij gedeporteerden wel eens kalmerende middelen in eten of drinken waren gedaan. Sommigen rapporteerden achteraf dat zij geen voedsel en drinken tot zich namen vlak voor de uitzetting juist uit angst dat er kalmerende middelen in zouden zitten. Het AC kent ook enkele voorbeelden waarbij KMar gedreigd heeft met injecteren toen de deportee zich verzette. Betrokkenen voelden zich zwaar geïntimideerd en namen vervolgens geen eten en drinken meer tot zich, bang dat daar kalmerende middelen in zouden zijn gestopt.

Humane uitzetting, een paradox

In 1993 deed de Commissie van den Haak met haar rapport 'Humane uitzetting, een paradox?' aanbevelingen over de 'toepassing van dwang en drang bij daadwerkelijke uitzetting van vreemdelingen'. Aanleiding om de Commissie in het leven te roepen was dat een uitzetbaar persoon half verlamd raakte doordat de KMar hem had ingetaped toen hij zich verzette tegen de uitzetting. Haar werkopdracht bewoog zich tussen "fundamentele eisen van humaniteit nationaal en internationaal verankerd in de grondwet en verdragen", een soort algemene ethische norm in de samenleving van vandaag voor iedereen. De Commissie van den Haak over verzet tegen verwijdering: "Verzet daartegen is op zichzelf te begrijpen. Het verzet mag er echter niet toe leiden dat van daadwerkelijke uitvoering van de genomen beslissing wordt afgezien. Het verzet zal dan ook met gepaste middelen moeten worden geneutraliseerd en de beslissing zal alsnog ten uitvoer gelegd moeten worden. Elke andere gedragslijn zou afbreuk doen aan elementaire beginselen van de democratische rechtsstaat en de geloofwaardigheid van een consistent vreemdelingenbeleid." Het doel uitzetting heiligt volgens van den Haak gepaste dwangmiddelen. Het aftapen werd verboden.

De vluchteling Aamir Ageeb overleed in 1999 tijdens uitzetting uit Duitsland met motorhelm op door verstikking

Commissie van Toezicht Detentieplaatsen KMar

Er bestaat een Commissie van Toezicht (CvT) voor de detentieplaatsen/verblijven van het district Koninklijke marechaussee Schiphol. Deze CvT heeft tot taak toezichthouden bij elke bij KMar Schiphol in gebruik zijnde ruimte die wordt of kan worden gebruikt voor het insluiten van personen. Deze ruimten betreffen twee passantenverblijven in KMar-kantorengebouw Triport II (één voor mannen en één voor vrouwen) en elf cellen (waaronder twee voor 'bolletjesslikkers' en één voor een minderjarige); twee passantenverblijven bij de afdeling Verwijderingen (één voor mannen en één voor vrouwen); verhoorkamers bij de afdeling Falsificaten en enkele cellen in de politiepost Plaza Schiphol. De CvT bestaat uit vijf leden, en oefent onafhankelijke controle uit op huisvesting, veiligheid, verzorging en bejegening van ingeslotenen in de cellen, gesloten wachtruimtes voor te verwijderen personen en het passantenverblijf. De CvT valt onder het ministerie van Defensie. Een CvT die zich specifiek toelegt op verwijdering is niet werkzaam, hoewel er in officiële documenten sprake van is. Er nog geen regeling voor zo'n CvT Verwijderingen vastgesteld, maar deze zou deze wel al geruime tijd in de maak zijn, aldus voorzitter Samkalden van de CvT Detentieplaatsen KMar Schiphol. Hij meldt dat de CvT Detentieverblijven KMar Schiphol wel de ruimten op Schiphol bezoekt waarvandaan uitzettingen worden gedaan en dat deze CvT incidenteel uitzettingen van groepen bijwoont. Tot nu toe heeft zij echter van deze bevoegdheid nauwelijks gebruik gemaakt onder andere wegens tijdgebrek, aldus Samkalden.
De invloed van een CvT is minimaal. Haar taak is af te gaan op klachten van gedetineerden, die echter nauwelijks kagen omdat ze niet op hun klachtrecht gewezen worden, geen vertrouwen hebben in dergelijke commissies, of bang zijn dat klagen hun procedure negatief beïnvloedt. Ter controle van de KMar kunnen steekproefsgewijs observers meevliegen, in burger in lijnvluchten, in uniform in charters.

Géén CvT Verwijderingen

De KMar kent wel een interne Begeleidingscommissie, maar die is niet onafhankelijk en heeft niet tot functie toezicht te houden bij verwijderingen. "Deze commissie beoogt de randvoorwaarden voor een humane terugkeer te scheppen en deze waar nodig te verbeteren. Het is dus uitdrukkelijk geen commissie van toezicht. Voor wat betreft het toezicht op de daadwerkelijke uitzettingen reizen soms waarnemers mee, met name bij de collectieve charters," aldus de heer van Kalmthout, hoogleraar Strafrecht KU Brabant, die naast KMar-personeel zitting heeft in deze Begeleidingscommissie. Die waarnemers zijn niet onafhankelijk maar medewerkers van de KMar zelf. De IND voert deze KMar-commissie echter wel op als zijnde 'Toezichtcommissie Verwijderingen' en meldt erover: 'Deze commissie ziet toe op de processen die bij verwijderingen gevolgd worden.' Volgens van Kalmthout overlegt deze Begeleidingscommissie vier keer per jaar over de KMar en knelpunten in de uitvoeringspraktijk van uitzettingen zoals wettelijke basis van toepassing van dwangmiddelen en de criteria rond vliegreis(on)geschiktheid. Van Kalmthout zegt dat de commissie niet onafhankelijk is, niet handelt over toezicht bij uitzettingen, maar alleen gaat over interne beleidsmatige kwesties van de KMar. Een CvT Verwijderingen is ook volgens hem niet nog altijd niet operationeel. Volgens de NRC van 21 februari 2003 en de Volkskrant van 27 februari 2003 zou de IND op korte termijn een commissie instellen die toezicht moet houden op uitzettingen. In deze commissie van toezicht zullen "erkende criticasters van het uitzettingsbeleid" participeren. Bedoeld worden bijvoorbeeld wetenschappers en advocaten. Een CvT moet de "transparantie van de uitzettingen" bevorderen, aldus Justitie in beide kranten. Op die manier wil de IND voorkomen dat de (militaire) verwijdervluchten een schimmig odium krijgen. Ook kolonel J. Vlaming van de KMar pleitte al in februari 2001 in een Vara-radioprogramma voor het instellen van een commissie die toezicht houdt op de verwijderingen. De KMar meende eerder al, nadat zij beschuldigd was van geweldspleging bij uitzettingen, dat een CvT op de uitzettingen moest gaan toezien. Het Commissariaat voor de Mensenrechten deed in september 2001 in Straatsburg een aanbeveling over behandeling van vreemdelingen op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie, namelijk dat als een gedwongen uitzetting plaats vindt '…deze plaats moet vinden op een absoluut doorzichtige wijze, waarbij het mogelijk moet zijn zich ervan te vergewissen dat de rechten van de persoon gerespecteerd worden.' Het is onduidelijk waarom een CvT Verwijderingen niet operationeel is, zeker nu de laatste jaren veel het aantal (groeps)verwijderingen is toegenomen.

# Vreemdelingendienst

In februari 2001 startte binnen de politie-organisatie een discussie over de kerntaken van de politie en daarbinnen van de Vreemdelingendienst (VD). Dit leidde destijds tot de intentienotitie "Politiële vreemdelingenzorg" van de portefeuillehouder Vreemdelingenzorg van de Raad van Hoofdcommissarissen, mr. B. Poelert (december 2001). In deze notitie werd gesteld dat de politietaken in het proces van toelating van vreemdelingen feitelijk administratief van aard zijn en niet tot de kerntaken van de politie behoren. Daarentegen wordt er aanleiding gezien om de inzet van de politie op de toezichtstaak, een kerntaak, te versterken.
De IND nam vanaf voorjaar 2003 diverse administratieve toelatingstaken over van de VD. Ook gemeenten zullen dat doen. In de toekomst moet een vreemdeling naar het gemeentehuis voor de aanvraag van bijvoorbeeld een verblijfsvergunning. De gemeente stuurt die aanvraag door naar de IND, die erover oordeelt. De gemeente geeft dan op haar beurt de papieren af. Het gaat bijvoorbeeld om werk- of studie-immigratie en gezinsvorming van vreemdelingen die al in Nederland zijn gevestigd, dus niet over asielverzoeken.
Door deze takenoverdracht door de IND kwamen gedurende 2003 450 full time werkkrachten vrij bij de VD, die zijn ingezet bij de intensivering van binnenlands vreemdelingentoezicht. In totaal zullen circa 1200 VD's extra hiervoor worden ingezet. De overheveling van administratieve taken van VD naar IND, en overigens ook naar de gemeenten, zal per april 2004 afgerond zijn. Ook zullen meer middelen beschikbaar komen ter bestrijding van illegaal verblijf en ter uitzetting. Uit het persbericht over terugkeer van de ministerraad van 21 november 2003: "Het vreemdelingentoezicht wordt geïntensiveerd. Per 1 januari 2004 zijn bij de politie ruim 1.000 mensen beschikbaar voor het operationeel vreemdelingentoezicht. Hierdoor zullen bij het vermoeden van illegaal verblijf vaker staandehoudingen plaatsvinden en kan sneller gereageerd worden op klachten en signalen over de aanwezigheid van illegaal verblijvende vreemdelingen." De Terugkeernota Verdonk stelt naast intensivering van toezicht een forse celcapaciteitsuitbreiding voor. Intensivering van toezicht en uitzetting moeten immers gelijke tred houden. Te vrezen valt dat de komende tijd 'schoonvegen', oppakken en verwijderen troef zijn.
Vanaf januari 2004 zal het Vreemdelingen Informatie en Kennis Systeem het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS) vervangen. Het registratiesysteem wordt rond één centrale database (Basisvoorziening Vreemdelingen BVV) gebouwd, waarin alle geïdentificeerde en uniek gelabelde vreemdelingen staan geregistreerd. Dat moet dan rapportages van VD aan IND ten goede komen. De overheid beargumenteert deze intensivering met de wens voor beter toezicht en meer veiligheid die volgens haar in maatschappij en politiek leeft. Hier wordt opnieuw veiligheidsbeleid gekoppeld aan 'de vreemdeling'.

VD spoort intensiever op

Het vreemdelingentoezicht op criminele en overlast veroorzakende illegalen, met als doel verwijdering uit Nederland, wordt geïntensiveerd door de aanzienlijke uitbreiding van de (personele) inzet bij de VD. Hierbij wordt ook extra ingezet op onderzoek naar identiteit en nationaliteit. Justitie zegt op deze wijze korter verblijf in vreemdelingenbewaring te bereiken en een bewaringscel in de loop van een jaar voor meer gevallen te gebruiken dan thans het geval is. In het kader van het beleidsprogramma "Naar een veiliger samenleving" werden twee Uitzetcentra (UC) in gebruik genomen als deportatiegevangenissen bij de luchthavens Rotterdam en Schiphol. De komende vijf jaren wordt het aantal cellen in beide UC's uitgebreid tot totaal 600. Justitie: "Daarmee kunnen gecoördineerde acties, zoals die in Den Haag en Amsterdam hebben plaatsgevonden, worden ondersteund. Ook groepen vreemdelingen die bij multidisciplinaire controleacties – in bijvoorbeeld de tuinbouw of horeca – worden aangetroffen, kunnen hierin tot aan hun vertrek worden gehuisvest. Overigens zal dit naar verwachting niet volledig kunnen voorzien in de extra behoefte die zal ontstaan als gevolg van de intensivering van het toezicht."
Voor de zoveelste keer verwacht justitie, door de inrichting van een geïntensiveerd vreemdelingentoezicht, invulling te geven aan het terugdringen van illegaal verblijf, het vertrek en de terugkeer van vreemdelingen zonder verblijfsrecht en daarmee volgens haar bij te dragen aan de veiligheid, leefbaarheid en integriteit van de maatschappij. De koppeling tussen mensen zonder verblijfsrecht en onveiligheid is blijkbaar nodig om beleid te verantwoorden.

De vreemdelingenpolitie is actief in het opsporen en uitzetten van illegale vreemdelingen door middel van:
-controle op en uitzetten van illegaal verblijvenden;
-controle op illegale arbeid en illegale huisvesting, toezicht op verdachte locaties;
-instelling van een meldplicht;
-identificatie en verificatie van het verblijfsrecht
-intrekken van verblijfsvergunningen
-uitzetten van vreemdelingen na uitzitten van een straf
-toezicht op terugkeer
-onderzoek naar mensensmokkel en mensenhandel
-onderzoek naar uitbuiting van vreemdelingen
-controle op valse of vervalste documenten
-toezichthouden op (georganiseerde) criminaliteit in samenhang met één van bovengenoemde onderwerpen
-intensiveringen van gedwongen uitzettingen van ongewenst verklaarden.

"In de toezichtsfeer is er wel een ernstige complicatie opgetreden", zegt dienstchef Wilde van de VD Amsterdam-Amstelland. "Hadden we vroeger 28 dagen de tijd om de inbewaringstelling van een vreemdeling te laten toetsen door de rechtbank, nu hebben we daar nog maar tien dagen voor. Dat is fataal, want halen we die termijn niet, dan moet zo'n vreemdeling uit de inbewaringstelling." Er liggen voorstellen de toetstermijn weer naar 28 dagen terug te brengen. Sinds de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 is het aantal asielzoekers met een kwart gedaald. Daar staat tegenover dat er nog 50.000 procedures lopen en het inlopen van de achterstand zeker tot 2004 zal duren. In 2001 kregen 3.000 asielzoekers een verblijfsvergunning doordat IND er niet in was geslaagd om binnen drie jaar hun procedures af te ronden. Ook het terugkeerbeleid van uitgeprocedeerde asielzoekers komt niet van de grond. Zo verblijven nog rond de 4.000 uitgeprocedeerde asielzoekers in opvangcentra, waar ze in feite formeel geen recht meer op hebben. Ook de Vreemdelingenkamers van de rechtbank die vreemdelingenbewaring moeten toetsen, kampen met achterstanden waardoor met name het aantal onverwerkte bodemprocedures de komende jaren zal stijgen.
De VD zet wél steeds meer illegalen het land uit, onder andere door intensievere samenwerking met wijkteams. Voor de toekomst ziet Wilde veel in samenwerking met buurtregisseurs: "Zij lopen dagelijks in hun buurt en weten welke illegale vreemdelingen overlast veroorzaken of crimineel gedrag vertonen."

In juni 2002 publiceerde Van der Leun, criminologe aan de Universiteit Leiden over de gevolgen van het strengere vreemdelingenbeleid. Zij werkte eind jaren negentig nauw samen met Engbersen, hoogleraar sociologie. Opvallend in haar onderzoek zijn de opvattingen bij de politie over het vreemdelingenbeleid. Echte jacht op illegalen maken politie, vreemdelingendienst en andere opsporingsinstanties niet, concludeert Van der Leun op basis van interviews met betrokkenen. Het opsporingsapparaat is er trouwens, zeker na de explosieve groei van illegalen, ook te klein voor. Bovendien wil de politie in de grote steden haar contacten met legale etnische gemeenschappen niet op het spel zetten met klopjachten op hun illegale landgenoten. Uit die interviews blijkt verder dat de politie in de steden ook nauwelijks weet heeft van de prioriteiten in het landelijk beleid van justitie. Agenten op straat gaan er van uit dat de aanpak van illegale immigranten ondergeschikt is aan de handhaving van de openbare orde. Justitie wil de VD's binden aan minimumaantallen uitzettingen per regio. Maar in de praktijk, zo geven de in het onderzoek ondervraagde politiefunctionarissen aan, leidt dat alleen maar tot uitzetting van makkelijk verwijderbare illegalen en nooit tot uitzetting van de groep criminele illegalen die werkelijk overlast bezorgen. Want op de werkvloer is de politie al lang immuun voor de voortdurende stortvloed van nieuwe ideeën, regels en prioriteiten.

Chaos en wachttijden

Een artikel over de overname door de IND van taken van de VD in dagblad Trouw van 19 december 2003 kopte: "IND verknoeit nieuwe taken" en meldde over de chaos, de opgelopen wachttijden en verslechterde dienstverlening. De IND geeft in datzelfde artikel toe dat er wat oneffenheden zijn ingeslopen maar is 'niet ontevreden'. Volgens VD-dienstchef Wilde heeft de IND sinds de overdracht in die regio een achterstand van 4000 dossiers opgebouwd. "En dat is geen erfenis van ons." Plaatsvervangend IND-hoofddirecteur Versluis ontkent de achterstand. "Die 4000 dossiers zijn gewoon de werkvoorraad. Dat is heel normaal."
Ook de gemeenten nemen taken over van de VD, de overdracht moet in april 2004 klaar zijn. De meeste gemeenten zijn er niet klaar voor, aldus het artikel in Trouw. De juiste computerprogramma's, formulieren en zelfs opgeleide ambtenaren ontbreken nog. Sommige gemeentehuizen moeten nog verbouwingen plegen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) noemt dat 'zeer zorgelijk' en hekelt de 'gebrekkige communicatie' met de IND. "Wij zijn pas in december 2002 uitgenodigd om te komen praten", aldus Eigeman van de VNG. IND'er Versluis erkent dat het eerder had gemoeten. "Wij dachten: we regelen dat wel met de VNG, maar dat ging moeilijker dan we hoopten." Pas eind oktober 2003 waren VNG en het MvJ het eens, aldus Trouw, dat ook meldt dat VD-chef Wilde een achterliggend argument voor de takenoverheveling vermoedt.
Trouw: "Het IND-budget wordt bepaald door de instroom van vreemdelingen. Die is enorm afgenomen en het budget dus ook. Daardoor kwamen banen op de tocht te staan. Door de IND werk erbij te geven, bleven die banen bestaan." De IND ontkent dat dat een argument is geweest. "Het kwam natuurlijk wel bijzonder goed uit", zegt Versluis in het Trouw-artikel.
Wilde verzet zich tegen de wens van minister Verdonk, die wil dat de vreemdelingenpolitie ook 'gewone' illegalen opspoort. "Wij willen achter criminele illegalen aan. Illegalen die zich netjes gedragen, geven wij geen prioriteit. Ik kan met gemak zo 10000 illegalen oppakken. Maar dan moet ik wel de straatrovers laten gaan", aldus het Trouw-artikel.

# Luchtvaartmaatschappijen

Het gros van de uitzettingstickets boekt de IND bij commerciële lijndiensten. De meeste migranten vertrekken onbegeleid en per lijndienst. Het gaat hierbij om 70 vluchten per dag aldus de Volkskrant van 8 februari 2003. Gedwongen verwijdering per lijndienst, het geval bij de meeste uitzettingen, gebeurt zowel individueel als in kleine groepen. Daarnaast laten chartermaatschappijen zich inhuren voor deportaties van kleinere of grotere groepen. In de loop der jaren zijn luchtvaartmaatschappijen zich iets kritischer op gaan stellen richting IND. Ook in internationaal verband blijkt dat vliegtuigmaatschappijen niet meer zo happy zijn met deze uitzettingstaak. De concurrentie is groot en heisa aan boord verstoort de rust en het comfort van hun passagiers, de veiligheid aan boord telt. In diverse EU-landen zijn bij deportatie doden gevallen en geen maatschappij zit daarop te wachten. Bovendien zijn maatschappijen gevoelig voor het aspect van ethisch ondernemen. Zo is het standpunt van bijvoorbeeld de KLM in enkele jaren bijgetrokken. Beriep de KLM zich in 1999, voordat het Autonoom Centrum haar anti-KLM campagne startte, nog op haar vervoersplicht en wilde zij niet op de stoel van de rechter gaan zitten, in juli 2002 meldde de KLM in de media geen mensen tegen hun wil in te zullen vervoeren en de menswaardigheid en veiligheid voorop te zetten. Dit houdt in dat als een uitzetbare geboeid wordt aangeleverd de KLM-piloot weigert deze persoon te vervoeren als die kenbaar maakt niet vrijwillig mee te gaan.
De heer Voorbach vertegenwoordigt de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) in de IFALPA Security Commissie (International Federation of Air Line Pilots' Associations). Voorbach: "Het is policy van Ifalpa en de VNV dat passagiers die niet willen reizen ook niet meegaan.Voor deportees geldt dat ook. Dit is om veiligheidsredenen. Wij zijn geen politieke vereniging en zullen ook nooit een politieke stellingname innemen. Het deportee verhaal is uitsluitend iets voor security redenen."

Ook Martinair en Transavia laten zich charteren voor verwijdering

De luchtvaartmaatschappij Martinair voert al jaren charters uit voor de overheid ter verwijdering van illegalen en vluchtelingen, ze deed dit reeds naar het onveilige voormalig Zaïre. Dit charteren is in tegenspraak met de stellingname van Martinair na een bezettingsactie in 1996 door het Autonoom Centrum en vele actievoerders. Toen zegde Martinair toe, onder druk van de actie, te zullen stoppen met groeps- en individuele verwijderingen als deze niet vrijwillig zijn. Ook zou Martinair zich beter informeren over uitzettingen. Martinair is door het Autonoom Centrum later, toen zij toch weer (groeps-)uitzettingen uitvoerde, herinnerd aan dat eerder ingenomen standpunt. De reactie daarop van toenmalig directeur Schröder was dat de IND, als deze Martinair vroeg te charteren, steeds vermeldde dat de uitzetting criminelen betrof, zoals de Nigeriaanse prostituees! Schröder zei achteraf de medewerking van Martinair te betreuren en dat als Martinair vantevoren had geweten welke mensen werden uitgezet hij hier nooit aan zou hebben meegewerkt. Dit blijft hypocriet, Martinair kan zich ten allen tijde (doen) informeren. Martinair leverde zelfs een privécharter aan de IND voor een intensief voorbereidde prestige-uitzetting van Oumar Ba naar Senegal.
Ook Transavia laat zich regelmatig inhuren door de IND voor groepsdeportaties, zoals ook voor de zeer omstreden verwijderingen naar de DRCongo. Een gesprek najaar 2003 tussen Hoofd Corporate Communications van Transavia en het Autonoom Centrum (AC) naar aanleiding van de protestbrief van het AC tegen Transavia wegens een (mislukte) groepsuitzetting naar DRCongo, leverde de toezegging op van Transavia, die aangaf zich niet in de verwijderingsmaterie te hebben verdiept, dat ze zich nader en kritischer zou beraden . Op een verzoek om minstens charterverwijderingen op te schorten totdat het Transavia standpunt duidelijk is, werd niet ingegaan. Integendeel, ondertussen voerde Transavia de laatste maanden van 2003 enkele grote groepsverwijderingen per charter uit. Transavia meldde dat zij eind januari 2004 haar standpunt kenbaar zou maken.

Boetes en claims voor vervoerders

De Vreemdelingenwet legt vervoerders (van vliegtuigen, schepen) boetes op indien zij verkeerd of ongedocumenteerde passagiers vervoeren. De vreemdelingenwet verplicht vervoerders (lucht- en scheepvaartmaatschappijen) om een afschrift/kopie van elk grensoverschrijdingsdocument over te leggen aan de grensbewakingsambtenaren (KMar). Tevens wordt een claim gelegd op de vervoersmaatschappij om de aangetroffen persoon terug te vervoeren naar de opstapplaats (land van herkomst, buurland of land in de regio). Hiermee is de vervoersmaatschappij onderdeel in de verwijderketen, sterker nog: krijgt een soort grenswachtersrol voor Nederland in opstaplanden. De KLM bijvoorbeeld kreeg hoge boetes opgelegd omdat zij veel passagiers zonder visa, met name zakenmensen , naar Nederland vervoerde. In een convenant begin 2000 kwamen de KLM en de IND overeen dat Justitie (IND) de KLM de boetes zou kwijtschelden en dat de KLM strengere controles op reisdocumenten bij instappen zou gaan uitoefenen, daarbij door justitie geholpen met allerlei geavanceerde controle-apparatuur en opleiding voor het bedienen daarvan. Het convenant verplichtte de KLM om er binnen drie jaar voor te zorgen dat geen mensen meer worden aangeleverd die ongedocumenteerd zijn danwel verkeerde reisbescheiden hebben. Dit laatste is juist bij de meeste vluchtelingen het geval, een land ontvluchten gaat niet op gangbare reiswijze. Aangezien ook de KMar gate-en pre-boardingchecks doet is een effectieve samenwerking tussen KMar en KLM in deze taak niet ondenkbaar! Zo zijn ook vervoerders betrokken bij de 'lange arm' van Justitie. Ook ambassades/consulaten (aanvraag MVV's) en incheckbalies van luchtvaartmaatschappijen (controle reisdocumenten) worden steeds meer betrokken bij de controle op en het tegenhouden van vluchtelingen en migranten.

De Terugkeernota van Verdonk: 'maatregelen voor een effectievere uitvoering van het terugkeerbeleid' over de boetes en claims:
"Vervoerders hebben een verantwoordelijkheid voor het verwijderen van door hen aangevoerde vreemdelingen aan wie de toegang tot Nederland is geweigerd. De Nederlandse overheid (rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid) dient slechts te faciliteren ten behoeve van vertrek uit Nederland van betreffende vreemdelingen. Toegangsweigering vindt plaats ex art. 3 Vw 2000, onder meer op de grond van het ontbreken van reisdocumenten." (…). De vervoerder is ingevolge artikel 65 Vreemdelingenwet 2000 verplicht om de geweigerde vreemdeling terug te geleiden naar het laatste vertrekpunt buiten Nederland. Relevant hierbij is dat autoriteiten van landen waaruit de vreemdeling is vertrokken, verplicht zijn om deze, de toegang geweigerde vreemdeling, weer terug te nemen voor onderzoek. Deze verplichting is vastgelegd in artikel 3.63 van de Annex 9 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago). Deze verplichting geldt ongeacht de nationaliteit van betrokkene en ongeacht de aanwezigheid van reis- of identiteitsdocumenten. Daarbij is ook bepaald dat de autoriteiten van het land van vertrek de vreemdeling vervolgens niet mogen terugzenden naar de plaats waar hem eerder de toegang is geweigerd. Het Verdrag van Chicago is wereldwijd van toepassing en is door bijna 190 landen ondertekend en geratificeerd."
De nota meldt dat voor de niet-asielzoekers die via Schiphol aankomen justitie meestal kan achterhalen met welke vervoerder ze reisden waardoor ze eenvoudig rechtsomkeerd gestuurd kunnen worden. Bij asielzoekers is dat moeilijker omdat die veelal niet meer beschikken over reis- of identiteitsdocumenten op het moment dat zij zich melden bij de paspoortcontrole. Hierdoor kan justitie vaak niet vaststellen met welke vervoerder, en dus waar vandaan, men reisde. In de praktijk nemen niet alle staten de geweigerden terug, vandaar dat justitie om de naleving van het Verdrag van Chicago te bevorderen, voorstelt een standaardclausule (inzake Annex 9) op te nemen in bilaterale terug- en overname overeenkomsten die in het kader van de Benelux worden gesloten met derde landen.

Aanvoerende luchtvaartmaatschappij draait op voor opvangkosten

Medio 2004 wil justitie de Europese Richtlijn 2001/51 inzake aansprakelijkheid van vervoerders invoeren. Voortvloeiend uit deze Richtlijn zijn vervoerders aansprakelijk voor een deel van de kosten die voortkomen uit het verblijf van vreemdelingen aan wie de toegang tot Nederland geweigerd is en blijft tot aan vertrek. Dit houdt bijvoorbeeld ook in de kosten die voortvloeien uit het verblijf van een verwijderbare geweigerde asielzoeker in bijvoorbeeld de grensgevangenis (vreemdelingendetentie). De Terugkeernota : "Dit betreft dus de kosten voor verblijf in de periode tussen het moment van afwijzing van het asielverzoek en de feitelijke teruggeleiding door de luchtvaartmaatschappij." Bovengenoemde Europese Richtlijn (Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001, aanvulling op het bepaalde in artikel 26 van de Schengenovereenkomst 14 juni 1985) werd reeds verwerkt in het wetsvoorstel van 28 augustus 2003 tot aanpassing van de Vreemdelingenwet 2000. De Richtlijn is tot stand gekomen op initiatief van Frankrijk met het oog op een doeltreffende bestrijding van illegale immigratie. Daartoe is het van essentieel belang dat alle lidstaten een regeling invoeren waarbij de verplichtingen worden vastgesteld voor vervoerders die buitenlandse onderdanen naar het grondgebied van de lidstaten vervoeren. Om deze doelstelling op een efficiëntere wijze te verwezenlijken moeten tevens de geldboetes die in de lidstaten gesteld zijn op niet-nakoming van de controleverplichtingen door vervoerders, zoveel mogelijk worden geharmoniseerd. Voor de implementatie van de Richtlijn kan gedeeltelijk worden volstaan met bestaande nationale regelgeving. Een aantal materiële normen van de richtlijn wordt namelijk reeds gedekt door bepalingen in de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000.
De luchtvaartmaatschappij KLM heeft niet zoveel trek in de nieuwe maatregelen. De KLM meldt na de aankondigingen ervan in de media te weigeren op te draaien voor een deel van kosten die de staat maakt bij het uitzetten van afgewezen asielzoekers. Volgens de luchtvaartmaatschappij worden in geen enkel land worden uitzettingskosten door vliegtuigmaatschappijen betaald. "Wij gaan hier absoluut niet mee akkoord. Het KLM-blauw moet geen politieblauw worden."

Hogere boetes voor luchtvaartmaatschappijen

De Terugkeernota van Verdonk: "Het wetsvoorstel betreft tevens verhoging van de boetes aan de vervoerders tot maximaal 11.250 euro per geweigerde vreemdeling. Met deze verhoging worden deze boetes in de EU geharmoniseerd. De huidige boete bedraagt maximaal 2.250 euro. In 2002 werden boetes opgelegd voor een totaal bedrag van ruim 560.000 euro. Justitie dwingt door deze maatregel de luchtvaartmaatschappijen nog strengere controles op reisdocumenten af alsmede betere samenwerking met de IND.

Biometrie viert hoogtij

Justitie gaat meer druk uitoefenen om luchtvaartmaatschappijen te verplichten afschriften van reisbescheiden van haar passagiers over te leggen aan de grensbewakingsautoriteiten op Schiphol. Justitie stelt hiertoe lijsten op van afschriftplichtige luchthavens waar voor alle aanvoerende luchtvaartmaatschappijen deze kopieverplichting geldt. Momenteel wordt halfjaarlijks zo'n lijst met 20 luchthavens opgesteld. De Terugkeernota van Verdonk van 21 november 2003: "Op een groot aantal luchthavens dat op de lijst van afschriftplichtige luchthavens is opgenomen, wordt door de KLM gewerkt met scan-apparatuur (voor het maken van hun afschriften van reisdocumenten en tickets). Hier kan een koppeling met een scan-apparaat voor het vastleggen van een biometrisch kenmerk worden gemaakt, waardoor kan worden vastgesteld welke reiziger een bepaald reisdocument heeft getoond aan de luchtvaartmaatschappij bij het aan boord gaan. Hierdoor behoeft minder tijd te worden besteed aan identiteits- en nationaliteitsonderzoek, waardoor de terugkeer zal worden bevorderd." Justitie wil de biometrische kenmerken in combinatie met de afschriften in een databank vastleggen in alle gevallen waar een toelatingsprocedure wordt gestart. De Terugkeernota spreekt boekdelen: "Met de aanschaf van een databank, de integratie ervan in de systemen van de vreemdelingenketen en het plaatsen van biometrische scanapparatuur op diplomatieke posten zijn investeringen gemoeid."
Justitie hoopt dat het Europees Visa Informatiesysteem (VIS) dat onder andere gericht is op tegengaan van fraude met visa en tevens biometrische gegevens van visumaanvragers opslaat, een belangrijke rol kan gaan vervullen in het terugkeerproces. VIS en SIS worden gekoppeld (SIS II).

Schengen Informatie Systeem

Justitie wil meer maatregelen ter preventie van de wedertoegang van eenmaal verwijderde mensen. Hiertoe stelt de Terugkeernota voor: "…het strikter handhaven van en een ruimer beleid voor het signaleren van personen in het Schengen Informatie Systeem (SIS) ter fine van toegangsweigering…". SIS signalering verhindert toegangsverlening in het gehele Schengengebied. Voorstel van Justitie is om betrokkene meteen al na de eerste verwijdering gedurende twee jaar in het SIS als 'gesignaleerd' te registreren.

# Overige onderdelen verwijderingsmachine

Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) is een bij wet per 1 juli 1994 ingesteld Zelfstandig Bestuursorgaan. Aan het hoofd van het COA staat een bestuur, dat door de staatssecretaris van Justitie is benoemd. Het centraal bureau (hoofdkantoor) van de COA is gevestigd in Rijswijk. Het COA heeft het beheer over de opvangcentra en voert het opvangbeleid van Justitie uit.

Dienst Justitiële Inrichtingen
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) inclusief de Bijzondere Voorzieningen locaties vreemdelingendetentie, zoals Uitzetcentra, valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie (MvJ)

Lokale Taakgroepen
De daadwerkelijke uitvoering van het terugkeerbeleid vindt op lokaal niveau plaats in de zogenoemde 'Lokale Taakgroepen' (LTG). Deze zijn samengesteld uit opvangmedewerkers van het COA, medewerkers Toezicht & Terugkeer van de IND en de coördinator van de dienst vreemdelingenpolitie. Het LTG-overleg wisselt onder andere dossierstukken uit, bespreekt knelpunten en geeft de namen van verwijderbaren door.

Regionale Integrale Terugkeer Teams
Regionaal zijn samenwerkingsverbanden opgezet tussen de betrokken uitvoeringsorganisaties om het terugkeerbeleid gestalte te geven, de Regionale Integrale Terugkeer Teams (RITT's). Vijfentwintig RITT's die vallen onder de IND coördineren de uitvoering van de LTG in de regio's. Een RITT is samengesteld uit het hoofd diensten van het COA, het hoofd Toezicht & Terugkeer van de IND en het hoofd van de vreemdelingenpolitie

Projectbureau Coördinatie Vreemdelingenketen
Het MvJ kent projectmatige structuren, waaronder het Projectbureau Coördinatie Vreemdelingenketen (PCV). In oktober 2001 startte het PCV belast met de controle op de verzamelde gegevens en verdere verbetering van de beleidsinformatie in de keten. Onder leiding van het PCV valt ook de werkgroep 'bevorderen zelfstandig vertrek asielzoekers'. Mede gezien de verschillende betrokken actoren (en departementen) is ook de coördinatie van het programma RITT in handen gelegd van het PCV. Aan het project wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de politie, de IND, de gemeenten, de KMar en van departementen van Binnenlandse en van Buitenlandse Zaken. De uitzettingen worden geregeld door de afdeling Toezicht en Terugkeer (T&T), de opvolger van het bureau Identificatie en Verwijdering. Zogeheten 'kwaliteitscontroles' worden uitgevoerd waarin onder meer wordt gekeken naar de juiste uitvoering van de steeds ingewikkelder wordende vreemdelingenwetgeving.
Het PCV is ook actief op het terrein van immigratiedeskundigen. Dit zijn immigratie-experts uit landen van herkomst die met de IND samenwerken om herkomst en nationaliteit van burgers uit hun land mede te bepalen, om uiteindelijk de voor verwijdering noodzakelijke reis-en identiteitsdocumenten van verwijderbaren te verkrijgen. Bijvoorbeeld over de Chinese immigratiedeskundigen vermeldt een brief van het Projectbureau Coördinatie Vreemdelingenketen (PCV): "De immigratiedeskundigen geven geen uitsluitsel over het feit of er wel of niet een laissez passer wordt afgegeven. Wel kunnen zij op basis van eigen deskundigheid de door betrokken persoon verstrekte informatie inzake identiteit en nationaliteit controleren alsmede kunnen zij direct navraag doen bij betrokkene over onduidelijkheden. Onduidelijkheden kunnen bijvoorbeeld zijn de wijze waarop wordt gesproken en de beweerde afkomst uit China."

Dienst Vervoer & Ondersteuning
De Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) valt onder verantwoordelijkheid van de Dienst Justitiële Inrichtingen afdeling Bijzondere Voorzieningen en vervoert onder andere vluchtelingen en illegalen van vreemdelingengevangenissen naar het vliegtuig voor deportatie. DV&O maakt gebruik van kleine transportbusjes en zogeheten cellenbussen, grote personenbussen met cellen. Deze 'mobiele celcapaciteit' zet DV&O in voor groepsvervoer zoals bij grootschalige oppakacties door de politie in grote steden. Op het gebied van Bijstand en Beveiliging is de DV&O gespecialiseerd in onder andere het uitvoeren van beveiligingsactiviteiten en ordehandhavingen binnen penitentiaire inrichtingen. Daarnaast zijn de medewerkers specifiek getraind in onder andere het begeleiden van uitzettingsoperaties.

Internationale Organisatie Migratie
De Internationale Organisatie Migratie (IOM) biedt vluchtelingen en migranten middels een terugkeerregeling hulp bij vrijwillige terugkeer. Dit houdt in ondersteuning bij verkrijging van vervangende reisdocumenten, een ticket naar het herkomstland of eventueel een derde land waar toelating is gewaarborgd en leefgeld voor de eerste periode bij terugkeer. Tevens biedt de IOM terugkeerprogramma's. Zowel met vluchtelingen als met illegalen houdt de IOM terugkeergesprekken die al in een vroeg stadium van de asielprocedure plaatsvinden. De IOM wijst vluchtelingen na de eerste negatieve beslissing op hun asielverzoek steeds op de mogelijkheid van vertrek. Zij benadert actief asielzoekers op meer dan vijftig locaties in het land, waaronder vreemdelingendetentie inclusief de Uitzetcentra bij de luchthavens. De uitgaven voor de IOM zijn bedoeld voor samenwerking en overleg met de ketenpartners, voor het vervoer in het kader van terugkeer naar het land van herkomst en voor personele en materiële kosten voor het uitvoeren van deze taken. Het MvJ initieert maatregelen ter ondersteuning van het vertrek, regelt contacten tussen uitgeprocedeerden en de IOM, subsidieert de IOM en werkt met de IOM samen in de verwijderketen.
De IOM onderhoudt contacten met een groot aantal Nederlandse en internationale organisaties die hebben aangegeven bereid te zijn de zelfstandige terugkeer te ondersteunen. Deze verschillende organisaties zijn betrokken bij de totstandkoming van de (doelgroepgerichte) terugkeerprogramma's van de IOM en spelen vaak ook een belangrijke rol bij het uitvoeren van herintegratieprogramma's in de landen van herkomst.
Er is bij de IOM een verschuiving te zien van hulp bij vrijwillige terugkeer naar meer het pushen van niet-vrijwillige terugkeer. In het voormalig verwijdercentrum Ter Apel lag een soort verplichting op vluchtelingen om met de IOM in contact te treden; stelden zij zich hierin niet actief op dan brandmerkte de IND hen al snel als non-coöperatief, niet meewerkend aan terugkeer, met als mogelijk gevolg versnelde uitzetting. In vreemdelingendetentie, ook in de nieuwe Uitzetcentra, de deportatiegevangenissen bij de luchthavens, werkt de IOM actief aan terugkeer. Van gevangen vluchtelingen en migranten kun je niet bepaald zeggen dat ze achter de tralies een vrije keuze hebben wat betreft terugkeer. Ze zitten immers vast voor de deportatie. En niet-meewerken wordt betrokkene tegengeworpen. In de Terugkeernota van 21 november 2003 van Verdonk is sprake van een sterkere positie in het Nederlandse terugkeerbeleid voor de IOM. De IOM zal daartoe door het MvJ in staat worden gesteld haar activiteiten op regionaal niveau te kunnen verrichten Internationaal voeren actiegroepen campagne tegen de IOM wegens haar dubieuze rol in verband met vrijwilligheid bij terugkeer.

Buitenlandse Zaken, terug-, en overname overeenkomsten
Autoriteiten erkennen de volkenrechtelijke verplichting hun onderdanen terug te nemen.Veel landen zien in het algemeen echter niet veel belang in gedwongen terugkeer van hun door Nederland in een vreemdelingrechtelijke procedure afgewezen onderdanen. Hier zit Nederland met een probleem. Bij samenwerking op het gebied van terugkeer is zij vragende partij bij deze landen. Teneinde de reïntegratie van de terugkerende onderdanen te faciliteren, maar ook om de weerstanden onder de eigen bevolking tegen terugkeer te verminderen, vragen veel herkomstlanden ondersteuning voor de terugkeer van hun onderdanen. Een oplossing voor de discrepantie die, in elk geval op korte termijn, bestaat tussen de belangen van herkomstlanden voor wat betreft terugkeer en die van de landen van bestemming, is te vinden in het maken van afspraken over de terug- en overname van eigen onderdanen. Deze afspraken, die gemaakt worden in zowel nationaal als in Europees verband, worden veelal vastgelegd in een terug- en overnameovereenkomst of een Memorandum Of Understanding (MOU). Alle missies van bewindslieden en ambtenaren naar belangrijke herkomstlanden zullen aangegrepen worden om de Nederlandse terugkeerproblematiek aan te kaarten en zo mogelijk terug- en overname overeenkomsten met landen van herkomst te sluiten.

De ministerraad in haar persbericht van 21 november 2003 over maatregelen voor effectievere terugkeer: "Vertrek en terugkeer worden ook onderdeel van het Nederlandse buitenlandse beleid. Daartoe zullen op korte termijn landenspecifieke strategieën worden opgesteld. Hierdoor zullen migratie en terugkeer vaste onderwerpen vormen bij overleg met de overheden van betrokken landen. Per land van herkomst zal, afhankelijk van de omstandigheden en de reeds bestaande relaties, worden bezien hoe medewerking kan worden verkregen aan terugkeer. Alle mogelijkheden die Nederland ter beschikking staan zullen daarbij worden onderzocht. Het valt niet uit te sluiten dat op enig moment (internationale) politieke druk moet worden uitgeoefend op regeringen om de benodigde medewerking aan terugkeer te verkrijgen. Daarbij zullen allereerst maatregelen op het terrein van migratie en personenverkeer worden bezien en wanneer deze ontoereikend blijken, maatregelen op andere terreinen van buitenlands beleid."

De Europese Commissie heeft momenteel voorstellen in ontwikkeling voor een Europees terugkeerbeleid gerelateerd aan politieke, mensenrechten- en ontwikkelingsvraagstukken. Voor de korte termijn onderhandelt de Benelux met een groot aantal transit- en herkomstlanden om te komen tot een terug- en overname overeenkomst.
Eind november 2003 sloten Nederland en Bulgarije een MOU. De Bulgaarse minister Petkanov van Binnenlandse Zaken en de hoofddirecteur Veld van de IND tekenden een MOU, waarin Bulgarije zich verplicht de paspoorten van uit Nederland verwijderde illegale Bulgaren voor een periode van twee jaar te kunnen innemen. Hiermee wil Nederland voorkomen dat verwijderde Bulgaren opnieuw naar Nederland komen. Bulgaren hebben immers geen visumplicht voor Nederland. De maatregel gaat wel heel ver: deze Bulgaarse burgers kunnen dus niet meer (legaal) hun land in- en uitreizen. Het afgelopen jaar zijn ook met andere landen door de IND overeenkomsten gesloten om terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen mogelijk te maken. Het betreft onder andere Angola, Nigeria, DRKongo, Jordanië, Afghanistan, Roemenië, China, Guinee, Arabische Emiraten (afspraken over terugkeer via luchthaven Dubai). Verder richten de Nederlandse terugkeerinspanningen zich ook op landen als Servië en Montenegro, Somalië, Syrië, Iran en Algerije.

Wie wil justitie verwijderen?

Het vreemdelingenbeleid stelt de 'vreemdeling' verantwoordelijk voor vertrek als hij of zij is uitgeprocedeerd of ongedocumenteerd in den lande verblijft. Illegalen moeten per definitie verdwijnen en vluchtelingen die uitgeprocedeerd zijn krijgen (tot nu toe) 28 dagen de tijd om hun biezen te pakken. Wordt men daarna aangetroffen door politie of IND, dan volgt meestal opsluiting en verwijdering met 'de sterke arm'. De mensen die de overheid kwijt wil zijn in feite in te delen in twee groepen: uitgeprocedeerde vluchtelingen en mensen zonder verblijfsvergunning. Beide groepen zijn laten zich weer onderverdelen:

-uitgeprocedeerde vluchtelingen, of afgewezen asielzoekers die nog niet uitgeprocedeerd zijn maar de definitieve uitspraak op hun asielverzoek niet in Nederland mogen afwachten. Vaak zitten deze mensen al in vreemdelingendetentie, grensdetentie of worden opgepakt tijdens de meldplicht bij de vreemdelingenpolitie;

-uitgeprocedeerde migranten aan wie langer verblijf niet is toegestaan;

-aan de grens geweigerden, mensen zonder documenten of met verkeerde reispapieren (inadmissibles), verstekelingen, mensen op doorreis langs Schiphol (transitters), of illegale grensoverschrijders aangehouden door het Mobiel Toezicht Vreemdelingen;

-illegalen opgepakt bij controles in het kader van de Wet Identificatieplicht (werk, openbaar vervoer, transacties, risicovolle voetbalwedstrijden, en binnenkort algehele identificatieplicht);

-mensen zonder verblijfspapieren, opgepakt bij razzia's. Deze regelmatig uitgevoerde grootstedelijke 'veegacties' in woon- en werkplekken, glas- en tuinbouw, prostitutiezones, in de binnenstad of elders op straat, vinden plaats onder het mom van verstoring van de openbare orde en 'overlast'. De gearresteerden worden door politie staande gehouden op zogenoemd 'redelijk vermoeden' van illegaal verblijf. Dit kan overal gebeuren, en vooral in binnensteden, buitenwijken en op stations;

-bij overtreding opgepakte personen wier 'illegaliteit' vermoed wordt of ter plekke blijkt, zoals bij verkeerscontroles aangehouden personen of straatmuzikanten zonder vergunning;

-illegalen die na het uitzitten van een straf naar vreemdelingenbewaring worden overgeplaatst om daarna verwijderd te worden;

-zelfmelders: mensen die zich bij de KMar Schiphol melden voor terugkeer.

 

Middenpad van een cellenbus

next page