Column Edter

Ach, ach, ach

Verkiezingen, maanlandschap

Zin en onzin van discussie met politici

Europees voorstel artikel 140

Europa achter prikkeldraad

Mensensmokkel, het bedreigde continent

Mensensmokkel, georganiseerde mensensmokkel of georganiseerde instroom?

Verwijdercentrum Ter Apel

Spreekuur

Actie nieuws

Vervreemdingscultuur



België

Op 1 maart demonstreerden bijna 3000 mensen in Vottem, nabij Luik, tegen de opening van een gesloten centrum voor vluchtelingen. Het centrum zou omstreeks 1 juni open moeten gaan en plek moeten bieden aan ongeveer 200 vluchtelingen. Het centrum is bedoeld ter 'optimalisering van het verwijderingsbeleid van de regering': de regering wil het aantal uitzettingen verhogen tot 15.000 per jaar. Het is het eerste gesloten centrum in Wallonië en het grootste in België. Tot op dit moment zijn er vier van dergelijke centra in België.

Duitsland

In verschillende steden in Duitsland zijn de afgelopen maanden acties en bijeenkomsten georganiseerd tegen een nieuw wetsvoorstel. Het wetsvoorstel beoogt sociale voorzieningen voor bepaalde groepen vluchtelingen geheel af te bouwen. Het voorstel is ingediend door de Bundesrat, een orgaan waarin vertegenwoordigers van alle deelstaten deelnemen. Tegen het voorstel is zoveel protest gerezen dat er een aantal aanpassingen zijn aangebracht.

Het eerste voorstel
Het wetsvoorstel - binnen de Bundesrat ook ondersteund door de SPD - richt zich op een groep van 600.000 vluchtelingen waarvan er 250.000 direct getroffen zouden worden als het voorstel ongewijzigd aangenomen wordt. In het oorspronkelijke voorstel gaat het in alle gevallen om degenen die voor burgeroorlog zijn gevlucht en nu met een gedoogdenstatus in Duitsland verblijven en om degenen wiens asielverzoek is afgewezen. Verder zullen ook zij die illegaal zijn ingereisd (dat wil zeggen, niet over geldige documenten beschikken bij aankomst in Duitsland) en zij die niet meewerken aan hun eigen uitzetting, van sociale voorzieningen worden uitgesloten. De Bundesrat verklaart dat de wet noodzakelijk is om een einde te maken aan het misbruik van voorzieningen en om het voor mensensmokkelaars onaantrekkelijker te maken Duitsland als eindbestemming te kiezen: een vluchteling zonder geld is voor mensensmokkelaars minder interessant. In het wetsvoorstel wordt nog slechts een uitzondering gemaakt voor 'specifieke gevallen waarin het verstrekken van een voorziening naar omstandigheden noodzakelijk is'. Het lijkt hiermee een kopie van de Nederlandse Koppelingswet.

Protesten
Het wetsvoorstel heeft voor veel beroering gezorgd. In de Bundestag, het Duitse parlement, kwam veel kritiek op het voorstel van de zijde van de SPD, de Groenen en zelfs van de FDP. Alleen CDU/CSU lijken het voorstel te steunen. Ondertussen begint buiten het parlement de weerstand tegen het voorstel te groeien. In verschillende steden, waaronder Hannover, Güttingen en Berlijn, zijn grote demonstraties gehouden. Vanuit de campagne 'Kein Mensch is Illegal' zijn verschillende activiteiten (demonstraties, bijeenkomsten, acties) georganiseerd. In München werd geprotesteerd bij het partijbureau van de SPD, waar tientallen mensen hun spaargeld kwamen aanbieden in ruil voor het afzien van verdere kortingen op voorzieningen voor vluchtelingen.
Om aan de protesten tegemoet te komen is er een wijziging aangebracht in het oorspronkelijke voorstel. In het algemeen wordt een uitzondering gemaakt voor oorlogsvluchtelingen en voor degenen die op de peildatum 15 december 1995 een gedoogdenverklaring hadden. Zij zullen tot 30 juni 1999 hun aanspraken op voorzieningen behouden. Voor het overige geldt dat het voorstel een beperking inhoudt van de voorzieningen voor mensen in de opvangkampen. Buiten de kampen wordt geen enkele voorziening meer geboden behlave medische verzorging.

Uitzetting verhinderd

In Berlijn lukte het een groep mensen op 28 maart de uitzetting van een Ghanees te voorkomen. De Ghanees had in oktober willen trouwen met zijn Duitse verloofde. Er is echter een groot probleem ontstaan: hij is gevangen gezet in afwachting van zijn uitwijzing. Bij de eerste poging de man uit te zetten, midden in de nacht van 20 november 1997, had de man geweigerd zijn cel in de gevangenis te verlaten. Toen vervolgens werd geprobeerd hem met geweld uit zijn cel te halen raakte de Ghanees tot bloedens gewond. In reactie daarop brak een opstand uit, die pas na vier uur door de politie beëindigd kon worden. De mannenafdeling van de gevangenis was in een storm van woedende onmacht vernield. Negen personen werden als aanstichters in verzekering gesteld, waaronder de Ghanees. De rechter die de zaak tegen de negen onder zich heeft, lijkt er echter een sport van te maken hen nog voor de zitting uit te zetten; dat is hem tot nu toe bij zes van de negen gelukt.
Op vrijdag 13 maart werd opnieuw geprobeerd de Ghanees uit te zetten. Een poging van zijn advocaat dit te verhinderen mislukte. Gelukkig slaagde de Ghanees er zelf in de gezagvoerder van het vliegtuig te laten beslissen hem niet mee te nemen.
Na de demonstratie tegen het wetsvoorstel voor afschaffing van sociale voorzieningen voor groepen vluchtelingen op 28 maart in Berlijn besloot een groep van 30 mensen naar het vliegveld te gaan. Daar wilden zij protesteren tegen de die dag voorgenomen nieuwe uitzetting van de Ghanees. Passagiers op dezelfde vlucht werden door de dertig op de hoogte gebracht van de uitzetting. Schijnbaar hebben de passagiers en de bemanning besloten om niet stilzwijgend toe te zien: drie uur na de geplande vertrektijd werden de Ghanees en een aantal anderen die uitgezet zouden worden weer van boord gebracht.
Ondertussen probeert zijn advocaat alsnog te voorkomen dat de Ghanees voor een proces over de opstand wordt uitgezet. Dat proces is van belang omdat het de enige manier is om de gang van zaken in de gevangenis openlijk op tafel te krijgen.

Identificatieplicht

Op 28 januari deed de Hoge Raad uitspraak in twee zaken die door twee weigeraars waren gewonnen bij respectievelijk het Gerechtshof Den Haag en bij het hof in Amsterdam. In de eerste zaak, die van Jos Derks, ging het om de vraag of een werknemer verplicht is een kopie van zijn identiteitsbewijs aan de werkgever te verstrekken en of een weigering daarvan bestraft kan worden met plaatsing in het anoniementarief. De Hoge Raad besliste dat Derks inderdaad niet verplicht was een kopie van zijn ID af te staan omdat daarvoor de wettelijke grondslag ontbrak. Een leuke uitspraak, die echter geen enkel verder gevolg zal hebben omdat door een wetswijziging per 1 februari 1997 werknemers wel verplicht zijn een kopie van hun ID in te leveren of toe te staan dat er een kopie wordt gemaakt.
De uitspraak in de tweede zaak, die van Penny Henshaw, heeft aanzienlijk meer gevolgen. In deze zaak had het Hof in Amsterdam beslist dat het vragen naar een identiteitsbewijs bij een werknemer aan wiens identiteit niet getwijfeld wordt, een inbreuk is in de persoonlijke levenssfeer wat in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 8). Ook al was Henshaw volgens het Hof terecht aangemerkt als anonieme werknemer, in dit geval diende toepassing van het anoniementarief achterwege te blijven omdat ook dit in strijd was met art.8 EVRM. De Hoge Raad veegt dit van tafel, met als argument dat het laten zien van een paspoort moeilijk beschouwd kan worden als inbreuk op de privacy en dat deze, als het al een inbreuk zou zijn, te rechtvaardigen is om fraude en misbruik in de samenleving beter te kunnen bestrijden. Verder zegt de Hoge Raad dat het anoniementarief niet als sanctie kan worden beschouwd (dit was als argument in een aantal andere zaken gebruikt) en er dus ook in dit geval geen sprake kan zijn van strijdigheid met artikel 6 van het EVRM (waarin wordt bepaald aan welke voorwaarden sancties dienen te voldoen).
Al met al een zeer teleurstellende uitspraak. In overleg met een aantal advocaten en weigeraars (waaronder natuurlijk Penny Henshaw zelf) is besloten de zaak voor te leggen aan het Europese Hof. Wordt dus vervolgd.

Publikaties

Van de hand van het Autonoom Centrum verschenen twee uitgebreide artikelen, de ene in het 'Crimineel Jaarboek 1998' en de andere in 'Justiti‰le Verkenningen, 98-1'. Het Crimineel Jaarboek is een uitgave van de Coornhert Liga en is een overzicht van belangrijke gebeurtenissen op strafrechtelijk terrein in 1997. Het AC was gevraagd een artikel te schrijven over vreemdelingendetentie. In het artikel wordt een overzicht gegeven van recente ontwikkelingen op dit terrein en worden verschillende facetten nader belicht, zoals het regime, arbeid, beeldvorming en een vergelijking tussen detentie op grond van het strafrecht en op grond van vreemdelingenrecht.
Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie vroeg het AC een bijdrage te leveren aan een uitgave van 'Justitiële Verkenningen' over de marginale positie waarin dak- en thuislozen en 'illegalen' zijn gedwongen. De bijdrage van het AC beschrijft verschillende (on)mogelijkheden binnen de niet-reguliere hulpverlening aan illegalen, en toekomstperspectieven hiervoor.

EuROTop

Jubeldemonstranten krijgen schadevergoeding
Tijdens de Eurotop werd op maandagavond 16 juni een zogenaamde jubeldemonstratie georganiseerd. Omstreeks middernacht werd een deel van deze demonstratie (circa 120 mensen) door de M.E. ingesloten aan de Amstel.
In het rapport dat de Amsterdamse Commissie voor de Politieklachten naar aanleiding van de Eurotop schreef, werd onder andere deze massa-arrestatie zwaar veroordeeld. Ook burgemeester Patijn erkende dat deze arrestatie illegaal was geweest en kondigde aan dat de ex-arrestanten een schadevergoeding zouden ontvangen. Nadat de Nationale Ombudsman (NOM) had besloten een onderzoek in te stellen deelde Patijn mee dat hij voorlopig geen schadevergoeding zou uitbetalen aan ex-arrestanten van de Jubeldemonstratie. Onder dreiging van een kort geding bleek de gemeente toch bereid om te betalen en keert minimaal Ÿ 250,- per persoon uit. Burgemeester Patijn stelde als voorwaarde voor uitbetaling wel dat de klagers niet anoniem zijn en geen klacht bij de NOM hebben ingediend. Wij zien deze voorwaarden slechts als chantagemiddel van Patijn en hebben daarom de gemeenteraadsleden en de Nationale Ombudsman een brief geschreven om ze in te lichten over de gang van zaken. Bij navraag bij de verzekeringsmaatschappij en de gemeente Amsterdam kreeg de NOM te horen dat de laatste voorwaarde geen rol speelt bij de beoordeling van eventuele schadeclaims. De NOM heeft namelijk geen onderzoek ingesteld naar de Jubeldemonstratie.

Schadevergoedingszaken van de artikel 140 arrestanten
De arrestanten die op zondagavond 15 juni in de Spuistraat op grond van artikel 140 werden afgevoerd, zullen op 3 juli aanstaande voor de rechtbank in Amsterdam een schadevergoeding eisen. Zij zullen ƒ 1500,- per dag vergoeding vragen.

Onderzoek Nationale Ombudsman
Op 28 januari besloot de NOM onze klacht in behandeling te nemen. In het onderzoek zal de nadruk liggen op de inbreuk die er is gemaakt op het recht op demonstratie voor en tijdens de Eurotop, de uitzettingen, het beleid van het driehoeksoverleg (Burgemeester, Hoofdofficier van Justitie en Hoofdcommissaris van Politie) de sexuele intimidaties jegens vrouwelijke arrestanten en de behandeling in de diverse Huizen van Bewaring.

zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish