deze krant is een uitgave van het autonoom centrum amsterdam.

Ongewenst verklaard

‘Het debat waarbij de staatssecretaris in de boeien werd geslagen’, zo zal het debat in september 1999 over de Terugkeernotitie de geschiedenis ingaan. Immers terwijl twee in zomeruniform van de politie gestoken actievoersters de kamer toeriepen dat illegalen geen criminelen zijn, kon de derde actievoerster zich door middel van handboeien vastklinken aan Cohen. Cohen diende te worden gearresteerd als ‘ongewenste politicus’ wegens zijn beleid jegens afgewezen vluchtelingen en illegalen. Aldus mr. Trotman in ‘Migrantenrecht’ van januari 2000.

Het terugkeerbeleid wordt door de regering beschouwd als het sluitstuk van het vreemdelingenbeleid: wie niet tot Nederland wordt toegelaten moet vertrekken, in principe op eigen gelegenheid. Het overgrote deel van de afgewezen vluchtelingen wordt zodoende niet onder dwang uitgezet maar krijgt de opdracht Nederland te verlaten. Controle op het vertrek vindt plaats op het laatst bekende adres van de vluchteling. Wordt die daar niet aangetroffen, dan gaat de overheid er van uit dat de persoon inderdaad vertrokken is. Waarschijnlijk keert het grootste deel echter niet terug naar het land van herkomst, maar verkiest in Nederland of een ander Europees land de illegaliteit boven een onzekere toekomst in het eigen land. Daarom wordt onder de nieuwe vreemdelingenwet het ‘terugkeerbeleid’ geïntensiveerd. De wet bevat drie maatregelen die de vluchtelingen moeten ‘motiveren’ om zelfstandig te vertrekken: beëindigen van de opvangvoorzieningen, preventieve detentie en ongewenstverklaring.

Uit de opvangvoorzieningen

Onder de huidige wetgeving is het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) verantwoordelijk voor de opvang van mensen die een asielaanvraag hebben ingediend. Op dit moment verblijven diegenen die uitgeprocedeerd zijn maar buiten hun schuld niet uit te zetten zijn nog in de opvang. Het gaat om mensen voor wie Justitie geen reisdocumenten kan krijgen of voor wie de situatie in het land van herkomst nog te gevaarlijk is. Zij worden beschouwd als de prop in de machine. Het COA zal in de toekomst een rol gaan spelen in het terugkeerbeleid door de opvangvoorzieningen voor deze groep vluchtelingen te beëindigden. In de terugkeernotitie, die grotendeels is terug te vinden in de nieuwe vreemdelingenwet, neemt de staatssecretaris het standpunt in dat bij hem geen landen bekend zijn die niet meewerken aan het terugnemen van de eigen onderdanen. Dit betekent dat het niet verkrijgen van documenten in principe de schuld van de vluchteling is. De bewijslast wordt onder de nieuwe wet zodoende omgekeerd.

Na een onherroepelijk negatief antwoord op het asielverzoek geldt sinds 1 januari een vertrektermijn van vier weken waarna de uitgeprocedeerde vluchteling uit de opvang op straat wordt gezet. Vier weken om aan reisdocumenten te komen is natuurlijk vaak een onmogelijke opgave. Voor bepaalde groepen is het volstrekt onmogelijk om zich te wenden tot de autoriteiten van het land van herkomst. Omdat die er niet zijn (in het geval van bijvoorbeeld Somalië) of omdat de ambassade of het consulaat in het buitenland is gevestigd. Ambassades en consulaten die de vluchteling als onderdaan erkennen doen in de praktijk maanden over verstrekking van reisdocumenten.
Een hoofddoel van de terugkeernotitie is de asielzoekerscentra te ontlasten van de lastige groep van uitgeprocedeerden. Omdat voor hen terugkeer uitgesloten is zal het gevolg zijn dat nog meer vluchtelingen gedwongen worden de illegaliteit in te gaan.

Detentie

Om illegaal verblijf te voorkomen heeft de Tweede Kamer besloten vreemdelingenbewaring
intensiever toe te passen. In de nieuwe Vreemdelingenwet is de mogelijkheid opgenomen om vluchtelingen die over reisdocumenten beschikken of van wie verwacht wordt dat zij deze binnenkort zullen krijgen, in afwachting van de uitzetting te detineren. Deze detentie mag maximaal vier weken duren. Het totaal aantal cellen voor vreemdelingenbewaring zal mede daarom toenemen tot 1500. Een derde van de totale gevangenisbevolking per jaar zal dan bestaan uit mensen die niet veroordeeld zijn voor een strafbaar feit.

Wordt een vreemdeling zonder verblijfsvergunning op straat aangehouden en er zijn concrete aanwijzingen dat hij/zij zich aan de uitzetting onttrekt, dan bestaat er al jaren de mogelijkheid tot detentie (zonder maximum termijn!). Op deze detentie is veel kritiek: het wordt ervaren als onterecht, criminaliserend en vernederend, willekeurig en bovendien erg ondoelmatig. In meer dan de helft van de gevallen resulteert vreemdelingendetentie niet in het doel waarvoor het is opgelegd: uitzetting. Deze mensen zonder verblijfsvergunning worden dan uiteindelijk vaak na zes maanden, soms een klein jaar gevangenis weer op straat gezet. Met het risico de volgende dag weer opgepakt te worden.

Ongewenstverklaring

Onderdeel van de terugkeernotitie is een aanscherping van de Vreemdelingenwet op het punt van de ongewenstverklaring. De Nederlandse staat kan een buitenlander ongewenst verklaren. Dit houdt in dat deze het land wordt uitgezet met een dikke stempel in het paspoort (indien aanwezig) en een plaatsing op de zwarte lijst van het Schengen Informatie Systeem. De staatssecretaris heeft daarvoor de volgende reden: "Een dreiging van ongewenstverklaring kan de vreemdeling immers sneller bereid doen zijn gehoor te geven aan de verplichting Nederland te verlaten".

Het gaat om een zeer ingrijpend middel dat tot nu toe slechts terughoudend gebruikt wordt. In de huidige wetgeving moet voor een ongewenstverklaring sprake zijn van een rechterlijke veroordeling wegens een misdrijf waarvoor een gevangenisstraf van drie jaar of meer geldt. Met de terugkeernotitie wordt vastgelegd dat een vreemdeling die zich herhaaldelijk niet aan de hem opgelegde meldplicht bij de vreemdelingendienst heeft gehouden en illegaal in Nederland wordt aangetroffen, ongewenst ‘kan’ worden verklaard. Betrokkene kan in hechtenis worden genomen en worden bestraft met maximaal zes maanden detentie of een geldboete. De ongewenstverklaring blijft van kracht tot het moment dat deze wordt opgeheven. Men mag voor een lange periode van 10 jaar het Schengenterritorium niet betreden, dus ook niet voor kort familiebezoek, zonder een strafbaar feit te plegen.
Hiermee wordt de ongewenstverklaring opengesteld voor niet-criminelen. Via een omweg wordt illegaal verblijf een strafbaar feit. Met dit repressieve beleid van dwangmaatregelen is het geen wonder dat het niet op feiten gebaseerde idee dat illegaal en crimineel aan elkaar gekoppeld zijn, meer en meer aanhang krijgt.