Deel 1: Dili

In het vliegtuig van Bali naar Dili, het is dan 27 april 2001, zitten bijna allemaal Westerse mensen. De sfeer is er een van laptops en mobiele telefoons. Het vliegtuig staat nog niet stil of iedereen staat zich in het gangpad met koffertje in de hand al te vedringen. Tijd is geld lijken ermee uitgedrukt te worden.

De aankomsthal is inmiddels van een nieuw verfje voorzien.
Aankomst in Dili. Op het vliegveld word je als gebruikelijk bestormd door een groep taxi-chauffeurs. Ineens zien we tussen de wachtende mensen Adorito van Sahe Institiute of Liberation. Hij herkent ons en we groeten elkaar hartelijk. Hij wacht op iemand anders en nodigt ons uit vast naar zijn kantoor te gaan om hem daar later verder te spreken, we willen zijn visie graag horen.
Het kantoor van Sahe zit in een gebouwtje samen met La'o Hamutuk en de Jurist Association (federatie van juristen) achter het gebouw van Yayasan Hak in de wijk Farol. Als we aankomen zit daar Jim Mellor voor de deur. Hij werkt en leeft al meer dan een jaar in Oost Timor en heeft zich veel met radio projecten bezig gehouden. Hij is een van degenen die we graag willen spreken over zijn ervaringen en politieke analyse. Even later komt ook Adorito aan. Het is prettig om direct bij aankomst een paar bekenden te zien en …
Uit de indrukken van hen over het afgelopen jaar blijkt dat de situatie in Dili verder verslechterd is. Er is toename van geweld op straat ook speciaal gericht tegen buitenlanders en de grip van UNTAET en Internationale organisaties als WB/IMF is sterker. Vooral de wijze waarop concepten van de grondwet opgedrongen worden. De tijd voor de VN begint te dringen dus alles moet er snel doorheen gejast worden zodat de VN haar missie in Oost Timor aan het eind van het jaar als succes naar buiten kan brengen.
Later op de middag komt Henk voorbij. Hij is een belangrijk persoon van de W Papua's, die ook streven naar onafhankelijkheid. Ook met hem hebben we een gesprek. Hij werkt als vertaler voor de aanklagers van het gerechtshof in Dili. Hij heeft voor dit werk in Oost Timor gekozen omdat hij het als belangrijk ziet te volgen hoe zich de ontwikkelingen in Oost Timor voordoen in verband met wat in West Papua in de toekomst kan gaan gebeuren. Hij wil graag dit jaar nog naar Nederland komen om met jonge mensen uit West Papua te spreken en belangrijke documenten uit de koloniale geschiedenis te verzamelen, die voornamelijk in de Nederlandse taal zijn opgesteld. Hij zou ook graag Victor, uit de Papua-beweging Nederland hier in Oost Timor uitnodigen.

Aan het eind van de dag gaan we met een taxi naar de wijk Becuse aan de rand van Dili, net achter de wijk Becora. We logeren daar in het huis dat Pam, die ook bij La'o Hamutuk werkt, staat. De wijk Becuse ligt tussen veel groen aan de voet van de heuvels. Hier zijn in tegenstelling met in Becora, weinig huizen platgebrand.

De volgende dagen hebben we gesprekken en discussies met Adorito, advokaat en van Sahe, Institute for Liberation, Joaquin van Yayasan Hak, Miguel van Renetil, Arsenio en Andrea van het Forum van NGO's en we ontmoeten op straat Rui van CDEP, project kleinschalige economie, diverse bekenden uit Viqueque en Oecussi en natuurlijk uit Dili zelf.
Een belangrijk punt in discussies is de vraag van ons over het formele karakter van NGO's en de hoeveelheid aan NGO's (Niet-Gouvernementele Organisaties). Het is ons de vorige keer erg opgevallen dat veel NGO's vooral eerst richten op een interne structuur. Zo is er meestal een voorzitter die als enige het woord voert namens de NGO. Vooral Adorito deelt onze kritiek; hij wijt het vooral aan de Indonesische overheersing die ervoor gezorgd heeft dat er overal een vorm van burocratie heerst. Het aantal NGO's ziet hij de komende tijd sterk verminderen omdat het gemak waarmee geld te krijgen was voorbij is; NGO's rezen de pan uit zonder echt program. Hij is niet treurig vermindering van dat aantal omdat hij twijfelt aan de kwaliteit van een aantal NGO's. Maar het verdwijnen van de geldstroom heeft natuurlijk ook negatieve konsekwenties. De 'goedwerkende' NGO's komen in de problemen omdat ze geen salarissen kunnen betalen en dat is nu eenmaal nodig in een land waar je met vrijwilligerswerk niet kunt overleven.
Een andere kwestie die we ter sprake brengen is het aktivistisch karakter, het vooral nog ontbreken daarvan binnen de meeste NGO's. Uiteraard zijn velen binnen NGO's bekend met akties vanuit de clandestiniteit maar de situatie is erg veranderd van verzet naar opbouw. We stellen aan het NGO-Forum voor of het niet zinnig is NGO's informatie en/of training te verschaffen hoe wij en andere aktiegroepen campagnes voeren.
Een zaak die ons bezig houdt (en waar het goed mogelijk is dat daar in de toekomst aktie op gevoerd moet worden) is het enorme aantal economische aktiviteiten vanuit Oost Timor in vooral Dili. Er zijn duizenden bedrijven die zich hebben ingeschreven. Het enige wat je moet doen is een eenvoudig formulier invullen en honderd dollar betalen. Een ieder die dat wil kan een bedrijf beginnen. Op dit moment is er geen beleid of toezicht op. Untaet zegt dat dit door de toekomstige regering gedaan moet worden. Het is wel zo dat de vergunningen een voorlopig karakter hebben (twee jaar). Maar ja dan hebben verschillende bedrijven hun connecties opgebouwd en vormen een macht waarbij je je kunt afvragen of er politiek dan nog veel te bepalen is. Corruptie is dan altijd een groot gevaar zeker in een land waarin ook alle controlerende organen nog opgebouwd moeten worden. Het is dus nu 'Wild West' in het Oosten. De vrije markt op zijn top. De tweedeling is dan ook scherp zichtbaar. Terwijl de meeste Timorezen nog gebrek hebben aan alles staan er tussen de ruines op tientallen plekken luxe hotels en restaurants zoals je ze overal in de wereld kunt zien. De prijzen zijn navenant.
Vanuit NGO's is er ook weinig aktiviteit die zich hierop richt. We benadrukken in gesprekken met verschillende NGO's dat volgens ons nu een economisch basis wordt gelegd die bepalend gaat worden en later moeilijk terug te draaien. Volgens ons is het daarom belangrijk om te volgen welke bedrijven aktief zijn en wat de gevolgen. Een groot deel van de middenstand is bijvoorbeeld nu al in handen van buitenlandse bedrijven of investeerders evenzo hotels en restaurants.
We hebben zelf het initiatief genomen om het een en ander aan informatie in te winnen. Hellaas we lopen vast in de burocratie die ons vriendelijk te woord staat maar toch niet zomaar alle informatie wil geven. We schrijven een schriftelijk verzoek en wachten nu af. Maandag verscheen een artikel in een van de Timorese kranten die wel iets zegt over de aktiviteiten. Het is overzicht van het aantal bedrijven per land.

Australie 291
China 26
Indonesia 179
Malaysia 39
Portugal 50
Singapore 77

Totaal gaat het over 4108 bedrijven (economische aktiviteiten) waarvan 752 van buiten Oost Timor uit totaal 32 landen.

Natuurlijk zitten hier ook konstruktie bedrijven onder.
Een aantal voorbeelden van investeerders in hotels/restaurants. Totaal 305 waarvan 186 Oost Timorees en 34 Australische en 29 Indonesische 11 Maleisisch rest 45.
Hotel accomodaties totaal 94 waarvan Australie 17, China 10, Indonesie 12, Oost Timor 35 rest 20
Mijnindustrie 6 waarvan 1 Timorees.
Het zijn dus vooral industrie, toerisme en grotere winkels die in handen is van buitenlandse bedrijven

Van de Oost Timorezen zijn er ook die van Oost Timorezen die hun leven lang al in Australie woonden en aangetrouwden.

Wat Indonesie betreft kun je je afvragen of ze straks niet veel beter boeren in Oost Timor dan tijdens de bezetting waarbij de kosten van de bezetting ook nog eens wegvallen.