Uitgeprocedeerd met doodvonnis op zak

Door: Nicole Weidema
Uit: Amsterdams Stadsblad, 3 april 2002

Het terugdringen van  de instroom van  asielzoekers is voor  veel politici een belangrijk punt op de  agenda. Achter elke  aanvraag en elke procedure schuilt  echter een verhaal.  Zoals dat van  Kwestan Muhamed  Fatah, die met een  doodvonnis op zak terug moet naar Irak.

In naam van Allah de barmhartige en de genadige' staat er boven de brief. Genade heeft er echter weinig mee te maken. Het is een fatwa, een religieus doodvonnis. 'Hierbij willen we u erop attenderen dat u niet meer in films en theaters moet optreden als acteur. Je moet terugkomen naar de zusters van onze beweging en je moet kijken naar de poort van Allah. Dit is de laatste waarschuwing. Als u het tegendeel doet, wordt u gestraft.' De brief is ondertekend door de Jihad cominissie van de Beweging van de Islamitische Unie Koerdistan.

Kwestan Muhanied Fatah weet direct wat de straf inhoudt. Enige tijd eerder is een collega acteur vermoord. De moordenaaks hebben de man eerst gruwelijk gemarteld met een schroevendraaier. Telefonisch krijgt Kwestan de waarschuwing dat als zij niet stopt met haar werk, haar exact hetzelfde lot wacht.

Kwestan wacht de komst van de moordenaars niet af. Ze weet dat ze vijanden heeft en ze weet wat dat betekent. Een neef werd doodgeschoten door de Islamitische beweging, een oom werd opgehangen door de troepen van Saddam Hussein.

Kwestan is dan begin twintig, maar heeft al een succesvolle carrière opgebouwd als actrice. Via haar werk uit ze kritiek op de onderdrukking van de Koerden door Saddam Hussein. Tevens roept ze vrouwen op zich niet te laten onderdrukken en onderwijs te volgen. Met het eerste roept ze de toom van de Iraakse autoriteiten over zich af, met het tweede die van de moslim fundamentalisten die steeds meer invloed krijgen in het Koerdische noord-Irak.

“Ik begreep, nu moet ik mezelf beschermen,” zegt Kwestan. Het klinkt simpeler dan het was. Met paarden en ezels trok Kwestan met haar ouders en jongere broertje naar Iran. “Ik herinner me nog dat we midden in de nacht op een berg waren. Het was koud, er lag sneeuw. We mochten de soldaten aan de grens niet tegenkomen. Het was ellende, ik dacht: Hier gaan we dood.”

Maar de familie overleefde de tocht door de mijnenvelden en de bergen en kwam aan in Iran. Daar zag Kwestan haar vader en broertje voor het laatst. Alleen voor haar en haar moeder was het mogelijk de vluchtpoging voort te zetten. Mensensmokkelaars brachten de twee vrouwen in het hen totaal onbekende Nederland.

Hier doorliepen ze de gebruikelijke procedures. Eerst zaten de vrouwen m een asielzoekerscentrum, later toen de voorlopige verblijfsvergunning een feit was in een eigen woning. Kwestan: “Ik was zo blij om hier te zijn. In Nederland is respect voor kunstenaars. Er is democratie. Iedereen mag hier zijn mening uiten.”

Via via bereikt Kwestan een arrestatiebevel van de geheime dienst in Irak. Het is een opdracht om haar te ontvoeren of te executeren. Na de Islamitische Unie heeft nu ook de geheime dienst haar ter dood veroordeeld omdat ze de veiligheid van de natie zou hebben geschaad. “In Nederland voelde ik me veilig." zegt Kwestan. “Ik ben geen Salman Rushdie. Ze wilden dat ik stopte met mijn werk en ze hadden hun zin gekregen."

In Nederland zorgt Kwestan voor haar moeder die een zwakke gezondheid heeft en leert in een paar jaar vloeiend Nederlands spreken. Maar dan verandert de situatie.

De Nederlandse regering besluit dat Noord-Irak veilig genoeg is en dat de vluchtelingen terug kunnen naar hun eigen land. De voorlopige verblijfsvergunning van Kwestan wordt ingetrokken. Ze neemt een advocaat en maakt bezwaar. Tevergeefs.

Inmiddels is ze, zoals dat heet, uitgeprocedeerd en uitgesloten van alle sociale voorzieningen. Ze mag niet naar school, ze mag niet werken, of boeken lenen van de bibliotheek. Voor haar moeder loopt de procedure nog.

Nu alle mogelijkheden voor een zinnige dagbesteding zijn afgesneden, zit Kwestan vooral thuis. Ze kijkt televisie of luistert naar muziek. “Soms schaam ik me. Als vriendinnen zeggen: Ik ga daarheen op vakantie, ik ga dat werk doen, ik ga die studie volgen. Alle jonge vrouwen hebben een plan voor de toekomst. Maar ik moet zeggen: Ik ga niets doen."

Het uitzetten zal nog niet makkelijk zijn. Boven Noord-Irak geldt sinds de Golfoorlog een no-flying zone, wat betekent dat er geen vliegtuigen heen kunnen. "Moet ik dan naar Turkije? Turkije heeft zijn eigen problemen met de Koerden. Hier kan ik niet blijven en ik kan dus ook niet terug. Het is alsof ik in een boom zit met onder mij een leeuw en boven mij een slang."

"Wat ik niet begrijp is hoe een rechter naar mijn verhaal kan luisteren en naar dat doodvonnis kijken en besluiten dat ik terug moet." Om te illustreren wat ze bedoeld zet ze een videoband van een Koerdisch televisieprogramma. De beelden zijn van een slachtpartij in Noord-Irak, uitgevoerd door dezelfde Islamitische organisatie die ook het fatwa over Kwestan uitriep. Schijnbaar onaangedaan zoemt de cameraman in op een hand die een afgehakt hoofd omhoog houdt.

Formeel moet Kwestan nu binnen 28 dagen het land verlaten. “Ik wil niet huilen," zegt ze. "Maar ik heb het gevoel dat ik in de dodencel zit. Als ik terug gestuurd word, word ik vermoord. Ik heb geen toekomst meer. Het is zou beter zijn dat ik hier werd doodgeschoten dan dat ik in Irak bang moet zijn voor de hand van een vreemde."

 

Vertaling van de fatwa uitgesproken over Kwestan Muhamed Fatah:

 

Terug naar "Asielzoekers uit ROA woningen"

Naar het Autonoom Centrum

 


De asielzoekers en hun verhaal

Fotos: Hilco Koke

Ammar's verhaal in 'Dwars door de buurt'
Ammar Salim Bashir Katlama

Uitspraak eerste rechtzaak
Rechtzaak

Ondanks Fatwa hier ongewenst
Ondanks Fatwa is Kwestan hier ongewenst