AC-bijdrage voor het engelstalig Utopian Communities and Sustainability-boek van de UvA. (december 1998)

Netwerken in Amsterdam (december 1998)

Europa achter prikkeldraad (mei 1998)

Hulpverlening onder druk (januari/februari 1998)

No pepers (december 1997)

Eigen Haardige regels (april 1997)

Werken aan een Europees netwerk (april 1997)

Samenwerken en netwerkvorming (december 1996)

Medische hulp aan illegalen (1996)

Wat is het SNIN? (november 1994)

Huize Valentijn, opvang voor minderjarige alleenstaande asielzoekers (december 1992)


1996

Praktische ervaringen op een rijtje Medische hulp aan illegalen

De overheid sluit illegalen steeds verder uit van medische zorg. De organisaties aangesloten bij het Solidariteits Netwerk voor Illegalen in Nederland (SNIN) stellen daar tegenover dat gezondheidszorg een basisrecht voor iedereen is. Het SNIN probeert daarom medische netwerken op te zetten om illegalen toch bijstand te verlenen. Er zijn zeker mogelijkheden, maar er zijn ook obstakels. Deze folder bevat ervaringen die gebruikt kunnen worden bij het opzetten van zulke netwerken. Hoe betrek je mensen uit de gezondheidszorg bij je netwerk? En hoe zit het met geld? Een folder met praktische tips. De gezondheidssituatie van illegale migranten hangt nauw samen met hun marginale positie. Illegalen werken veelal onder ongezonde omstandigheden. Ze moeten hard werken voor weinig geld. Ze kunnen geen aanspraak maken op arbeidsvoorwaarden zoals die voor legalen gelden. En als ze dat wel doen, worden ze snel ontslagen. Een andere ziekmakende factor is dat illegalen vaak gespannen zijn door het leven in de illegaliteit. Klachten van illegalen zijn dan ook vaak van zowel medische als psychische aard.

Koppelingswet

Het gebruik van collectieve voorzieningen door migranten is de laatste jaren meer en meer gekoppeld aan hun verblijfstitel. Illegalen krijgen steeds moeilijker toegang tot de medische zorg. De overheid vindt dat gezondheidsvoorzieningen voor hen alleen toegankelijk moeten zijn bij acuut levensgevaar of wanneer dit in het belang is van de volksgezondheid. Hierbij moet je denken aan het tegengaan van de verspreiding van besmettelijke ziekten. Het belang van de "volksgezondheid" (lees: gezondheid van Nederlanders) stijgt dan voor de overheid uit boven het belang van uitsluiting. De toegang tot de gezondheidszorg wordt nog verder beperkt door de voorgenomen invoering van de Koppelingswet. Nu kunnen de verzekerde illegalen nog gewoon gebruik maken van de gezondheidszorg. Met de Koppelingswet wil de overheid migranten zonder een verblijfsvergunning gaan uitsluiten van onder andere ziektekostenverzekering en alle andere sociale zekerheidsuitkeringen, huisvesting en onderwijs na de leerplichtige leeftijd. Om de migranten te kunnen selecteren worden de bestanden van vreemdelingenpolitie, belasting, sociale dienst en andere instanties aan elkaar gekoppeld. In een aantal gevallen is het nu nog mogelijk ziektekosten vergoed te krijgen op grond van artikel 10 en 84 van de Algemene Bijstandswet (ABW). Als de koppelingswet wordt doorgevoerd zoals hij er nu ligt, zal dat tot het verleden behoren. De overheid wil een speciaal onverzekerdenpotje instellen om sommige behandelingen toch te kunnen financieren. Als de voorwaarden die aan gebruik van dit potje zijn verbonden dezelfde blijven als nu door het kabinet voorgesteld, zal bijna niemand er gebruik van kunnen maken. Mensen zonder verblijfsvergunning zullen dan grote bedragen moeten betalen voor de noodzakelijke zorg. Kunnen ze dat niet dan zullen artsen en specialisten voor de kosten moeten opdraaien. Die zullen, om dat te voorkomen, illegalen minder snel helpen.

Hulpposten

Het probleem van de onverzekerden speelt vooral in grote steden, omdat zich daar de meeste illegalen en dak- en thuislozen bevinden. Dankzij de inzet van individuele artsen en andere werkers blijven in veel steden de basisgezondheidszorg en de eerstelijns gezondheidszorg nog redelijk toegankelijk voor illegalen. Omdat voorzieningen in grote steden wat dichter gezaaid zijn dan elders biedt dit verschillende mogelijkheden. In Amsterdam kan gesproken worden van een vrij uitzonderlijke situatie. Daar zijn twee hulpposten waar onverzekerden makkelijk toegang hebben: De Kruispost en De Witte Jas. In Amsterdam Noord, in een omgeving waar veel confectie-ateliers zijn, is ook nog de speciale medische hulppost De Voetzolen.

Concrete solidariteit

Het is van groot belang om de bestaande voorzieningen "open te breken" voor medisch onverzekerden en mensen uit de gezondheidszorg politiek te betrekken bij het initiatief. Zo is in Amsterdam-Oost in 1993 het Medisch Centrum Oost (MCO) opgericht. Het MCO heeft zich door middel van een brief aan de artsen en instellingen in de buurt gepresenteerd. Voor de ondertekening van de brief werd gebruik gemaakt van bestaande contacten; zij vormden een lokaal comit‚ van aanbeveling. Ook twee artsen met sympathie voor het project ondertekenden de brief. De artsen in de buurt werd verteld dat hun deelname voordelen zou hebben. Het MCO zou namelijk gaan werken aan het spreiden van pati‰nten over de artsen opdat niet enkelen alle onverzekerden op hun spreekuur zouden krijgen. Ook zou een van de MCO-artsen hulp gaan bieden bij het vinden van wegen in de tweedelijns gezondheidszorg. Op deze brief kwamen geen reacties. Desondanks gingen de mensen van het MCO door. Vervolgens is een folder gemaakt in verschillende talen over het MCO. Inmiddels draait het Centrum en wordt er medische hulp in de eerste lijn geboden. De betrokkenheid van het MCO werkt positief, controlerend en soms preventief in de zin dat patinten hun behandeling niet langer uitstellen dan gezond is. Lokaal vormt het een voorbeeld van concrete solidariteit.

Projectgroep

Ook De Fabel van de Illegaal in Leiden heeft een netwerk opgebouwd voor onverzekerden zoals illegale arbeiders en uitgeprocedeerden. In 1994 schreef De Fabel artsen, tandartsen en fysiotherapeuten aan om illegalen te helpen. Veel reacties kreeg men niet. Gelukkig reageerden twee artsen wel enthousiast. Die hebben toen het voortouw genomen. Het geringe aantal reacties op de brieven van De Fabel werd gelukkig niet veroorzaakt door een gebrek aan motivatie in de medische wereld. Het was eerder de onbekendheid met De Fabel die daaraan ten grondslag lag. De twee artsen bleken later door hun bekendheid in de medische wereld wŠl in staat anderen te mobiliseren om onverzekerde illegalen tegen een laag tarief te gaan behandelen. Hun persoonlijke contacten in andere sectoren van de gezondheidszorg bleken van onschatbare waarde. Zo ontstond de projectgroep Gezondheidszorg Illegalen in Leiden (GIL). In het GIL zitten de Hervormde Diaconie, een apotheker, een internist, maatschappelijk werk, een arts van de GGD en natuurlijk de Fabel. Gezamenlijk werd een inventarisatie gemaakt van de omvang van de problematiek en werden knelpunten benoemd. De GGD schreef daarop een uitnodiging voor een grote GIL-bijeenkomst voor iedereen die in Leiden in de medische zorg werkt. Dat de GGD de uitnodiging schreef droeg bij aan de goede opkomst op deze avond, omdat de GGD veel aanzien heeft bij mensen in de gezondheidszorg. Op de bijeenkomst werd een aantal concrete afspraken gemaakt. Het bleek een goed idee om mensen zo bij elkaar te brengen. Toen er eenmaal een paar hun medewerking toegezegd hadden volgden anderen al snel. De Fabel is een spreekuur gaan draaien voor onder andere medische hulpvragen. Ze geeft daaraan bekendheid door thema-avonden, lokale media en de Fabel-nieuwsbrief. Het spreekuur kan illegalen doorverwijzen naar het spreekuur van de GGD in het dak- en thuislozencentrum. Die zorgen indien nodig voor verdere doorverwijzing. Apothekers zamelen medicijnen in voor het GIL. De hulpverlening aan illegalen via het maatschappelijk werk is ook verbeterd, omdat een maatschappelijk werkster binnen haar organisatie aanspreekpunt is voor haar collega's en de illegalen zelf.

Je eigen huisarts

Het Ondersteunings Komitee Illegale Arbeiders (OKIA) in Den Haag heeft ook afspraken gemaakt met artsen, met name binnen wijk- en dienstencentra. OKIA heeft een tijdje spreekuur gedraaid in een buurtcentrum. Pamfletten werden uitgedeeld in onder meer koffiehuizen. Het bleef erg stil. Het vermoeden is dat een vaste plaats en tijd illegalen afschrikt. De politie zou wel eens voor de deur klaar kunnen staan. De hulpvragen kwamen vooral binnen via kennissen en telefonisch bij het secretariaat van OKIA. Gelukkig liet OKIA zich niet demotiveren door de stilte op het spreekuur. Ze kozen er voor om het spreekuur te verplaatsen naar het secretariaat van OKIA. De bekendheid van OKIA is verder gegroeid door hun nieuwsbrief. Momenteel is OKIA bezig met het inventariseren van de mogelijkheden die instanties op het gebied van medische en sociale zorg bieden aan illegalen. Er zijn ook andere mogelijkheden om met een netwerk te beginnen. Probeer eens een aantal interviews met artsen over hun ervaringen met de behandeling van illegalen. Je moet gewoon ergens beginnen met het opzetten van een netwerk, vanuit de contacten die je al hebt. Heb je een goed contact met je huisarts? Begin dan bij hem of haar eens over hulp aan onverzekerden. Probeer inzicht te krijgen in het aantal onverzekerden dat de arts al helpt. Kijk of dat aantal kan groeien of beter verdeeld kan worden over verschillende artsenpraktijken. Maak gelijk duidelijk dat een arts zelf aan kan geven hoeveel mensen hij/zij per maand wil behandelen. Iedere hulp is welkom. De contacten en voorzieningen die opgebouwd worden in netwerken zijn meestal in de eerstelijns gezondheidszorg. Er is dan contact met artsen, zuigelingenzorg, consultatiebureaus en de GGD.

Ziekenhuizen

Door de grotere kosten worden overal problemen ervaren in de tweedelijns gezondheidszorg, onderzoek en opname in een ziekenhuis en met de aankoop van medicijnen. Nadat er in je stad een inventarisatie is gemaakt van knelpunten, kan ook gericht gezocht worden naar contacten met bijvoorbeeld ziekenhuisbesturen. De medici die al met je mee werken kunnen zelf specialisten of een directeur van een ziekenhuis benaderen, dat werkt beter; 'ons kent ons'. Met de ziekenhuizen kan gesproken worden over de toegankelijkheid van de tweedelijns gezondheidszorg. Het probleem van de moeilijke toegang tot de tweede lijn wordt deels veroorzaakt door de afwachtende houding van ziekenhuizen, en niet zozeer door onwil. Op zich willen zij vaak wel wat doen, maar niet als eerste en ook niet als enige. Het kan zinvol zijn om in een overleg meerdere vertegenwoordigers van verschillende ziekenhuizen bijeen te krijgen. Voor je hieraan begint moet je de medische zorg voor illegalen in een stad al aardig op poten hebben, anders sta je niet sterk genoeg tegen opzichte van de ziekenhuizen. Tot nu toe is geen van de SNIN groepen er aan toe gekomen een overleg met meerdere ziekenhuizen te organiseren. De Eindhovense organisatie Vluchtelingen in de Knel heeft goede contacten met enkele artsen maar de organisatie verliest veel tijd met het regelen van medische zorg in ziekenhuizen. Die zijn groot en de communicatie ermee verloopt over veel schijven. Vluchtelingen in de Knel adviseert dan ook om de communicatielijnen met ziekenhuizen en sociale dienst zo kort mogelijk te maken. Voor zaken als tandheelkundige zorg zou men kunnen proberen een regeling te treffen met een academisch ziekenhuis als daar een afdeling tandheelkunde is. Behandelingen kunnen dan redelijk betaalbaar worden verricht door studenten.

Geld

Een steeds terugkerend probleem is het geld. De (meestal) onverzekerde illegalen kunnen geen grote bedragen betalen voor medische zorg. Soms is een huisartsenconsult al te veel; als een huisarts niet voor een gereduceerd tarief werkt moet je Ÿ 30,- betalen. De kosten in de tweedelijns gezondheidszorg lopen al gauw in de honderden guldens. En een langdurige behandeling in een ziekenhuis of door een specialist is helemaal een dure aangelegenheid. Deels is dit geldprobleem op te lossen door een creatieve manier van boekhouden binnen de zorgorganisaties. Soms zal echter toch geld op tafel moeten komen. Indien het niet lukt om de kosten voor behandeling via de ABW (of straks via het onverzekerdenfonds) vergoed te krijgen betekent dit vaak dat pas behandeld wordt als er geld op tafel komt. Het gaat dan al snel om duizenden guldens. Om het geld bij elkaar te krijgen zal je een beroep moeten doen op fondsen. Daarbij valt te denken aan kerken, bedrijven en andere instanties in je eigen plaats of regio. Het voordeel van het zoeken van financi‰le middelen in eigen plaats of regio is een directere betrokkenheid van plaatsgenoten bij het werk dat je doet en de problematiek van onverzekerde illegalen. Voor een wat meer structurele oplossing zou gedacht kunnen worden aan het opzetten een noodfonds. Het geld dat daarin bijeen wordt gebracht moet met een nauw omschreven doel gereserveerd worden, en zich richten op medische voorzieningen die niet binnen de reguliere ziekenfondsverzekering gedekt kunnen worden. Voor nuttige informatie over de manier waarop fondsen eventueel kunnen worden aangeschreven kan men contact opnemen met de fondsorganisatie XminY.

Solidariteitsnetwerk

Het SolidariteitsNetwerk voor Illegalen in Nederland (SNIN) is in 1994 door een aantal van de bovengenoemde groepen opgericht. Het SNIN bestaat uit zelfstandig opererende basisgroepen die ageren tegen het huidige migratie-beleid. Naast het verlenen van praktische steun aan illegalen verzetten deze groepen zich tegen verscherpingen in de vreemdelingenwet die de toegang tot en verblijf in Nederland voor migranten bemoeilijken. Zij zijn actief betrokken bij het opbouwen en open houden van collectieve voorzieningen. Het SNIN geeft de mogelijkheid om met andere groepen in contact te komen. Het netwerk biedt de mogelijkheid om ervaringen uit wisselen, werkzaamheden onderling af te stemmen, alternatieven op te zetten en een politieke vuist te kunnen maken. Wij willen het netwerk rondom de medische zorg uitbreiden om deze open te houden voor migranten zonder verblijfsvergunning. We willen niet alleen dat de eerstelijns zorg open blijft, maar ook dat de tweedelijns gezondheidszorg toegankelijker wordt voor deze migranten.

Meer informatie:

We hebben in deze folder een aantal van onze ervaringen op een rijtje gezet. Als je meer wilt weten kun je contact met ons opnemen. Autonoom Centrum,
Bilderdijkstraat 165f, 1053 KP Amsterdam, 020-6126172.
De Fabel van de Illegaal,
Koppenhinksteeg 2, 2312 HX Leiden, 071-5127619.
Medisch Centrum Oost,
Postbus 15167, Amsterdam. (Spreekuur Obiplein 16, Amsterdam op do. 14.00 16.00 uur).
Ondersteunings Comit‚ Illegale Arbeiders (OKIA),
Lutherse Burgwal 1, Den Haag, 070-3647828.
De Voetzolen
Postbus 41213, 1009 EE Amsterdam.
Vluchtelingen in de Knel
Hoogstraat 301a, 5654 NB Eindhoven, 045-2525609.
Fondsorganisatie XminY,
Keizersgracht 132-2, 1015 CW Amsterdam. 020-6279661.


zoekarchiefdiscussiereageerhomeenglish